dinsdag 10 februari 2015

Gebakken panharing!

Ja, ook daar ben ik een liefhebber van. Van gebakken panharing! Ik koop ze bij voorkeur vers om ze thuis zelf te bakken. De kant en klaar gebakken exemplaren vind ik minder smaken. Voornamelijk vanwege de smaak van de olie. Die is dermate vissig, dat ik er een week later nog last van heb.
Ik laat ze wel vooraf schoonmaken. De kuit en/of hom moet er natuurlijk ook bij geleverd worden.
Thuis spoel ik ze af en kruid ze met viskruiden. Dan wentel ik ze door de bloem en leg ze voorzichtig in de hete zonnebloemolie. Het bakken van die panharingen doe ik liever buiten. In dit geval onder het afdak op zo'n Home & Away brandertje van de Action. Ja, die gebruiken we ook nog steeds. Niets mis mee. Op straat zie ik voorbijgangers de geur opsnuiven en met een verlekkerd gezicht rondspeuren. Doen de katten uit de buurt trouwens ook.
Zo'n warme panharing smaakt mij het best op een witte boterham of bij de rijst. Mmmm!

Kadaverdiscipline

Ik stam nog uit de tijd van de kadaverdiscipline, ook wel de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid genoemd. Over de Duitse versie,  'Befehl ist Befehl', zei men dat het een drogreden was. Maar hier was het net zo (erg). Luisteren, iemand aankijken als ie tegen mij sprak en op de juiste momenten reageren met 'Ja meneer (of mevrouw, of mamma of pappa, of oom, tante, oma, opa meester, juf enzovoort.')

Reageren met 'Maar ik eh...' was niet gewenst, tenzij ik per se een klap voor mij hoofd wilde, of, wat in die tijd gebruikelijk was, een flink pak op je donder. Met het denken had ik ook vaak problemen. Ik was toen nog niet slim genoeg om daarmee op de juiste manier om te gaan. "Je moet wel nadenken!" of "Wat dacht je eigenlijk?" waren dus niet bedoeld om zelf na te denken. Als ik zei dat ik erover had nagedacht kreeg ik 'Jij moet niet denken, maar doen!'  te horen. Ga daar maar eens als kind mee om.
Spreken en luisteren
Nog lastiger werd het als de spreker mij als kind met vinger en duim in beide wangen vastgreep en ik zodoende een raar bekkie kreeg. En wat denk je? Zegt zo'n in mijn gezichtje knijpende volwassen iemand ook nog eens : "Je gezicht staat mij niet aan!" of "Haal die rare grijns van je gezicht!"  Tegenwoordig heet het kindermishandeling.
Ik heb een jaar lang een juf gehad die aan mijn linker oor trok. Dat is trouwens nu nog te zien. Ze schreeuwde vaak in dat oor. Volgens mij begon toen mijn doofheid. En wat denk je? Gaat dat nare mens ook nog in dat doof wordend oor staan tetteren : "Ben jij soms doof, Wimmie?!" Zelfs als we moesten zingen (vaak in canon, over mevrouw van Roosendaal en haar vier jujutjes), deed ze lelijk. Alsof elk kind als Robertino Loreti kon zingen.
Na school ging ik in militaire dienst. Ook daar was sprake van kadaverdiscipline met ingebakken schreeuwcultuur. Nee, het was erger. Ik was net een beetje mondig aan het worden.
Toen de kapitein met zijn knalrode kop vlak bij mijn gezicht stond te brallen zei ik op rustige doch bezorgde toon : "Ik ben niet doof, kapitein." (oké, op dat moment een leugentje om bestwil, om het die keer niet weer over juf Hamerling te hebben). Daar werd hij nog bozer om. En dus ging soldaat Willempie voor het eerst op rapport CC.
Tegenwoordig gaat het allemaal heel anders. De kadaverdiscipline gaat nu van een apparaatje uit. De smartphone rules! Daar wordt heel geconcentreerd naar gekeken en geluisterd als ie weer iets te vertellen heeft. Zelfs in gevallen van grote onzin. Zo'n smartphone tettert er ook op los en vereist een paar doppen in de oren. Dat de rol van de autoritaire, veel eisende mens ooit overgenomen zou worden door een apparaatje had ik nooit verwacht. Doet me denken aan een titel voor schrijfopdracht in de jaren 60 : 'Wordt de computer de mens de baas?' Nu 50 jaar later krijg ik het antwoord : Ja dus.

Oekraïne en Rusland

Op zich een goede zaak dat men via diplomatiek overleg de onenigheid in Oekraïne probeert op te lossen. Dwarsliggers en tegenstanders van de vrede moeten maar in een troika naar het Russische Omsk gestuurd worden.

maandag 9 februari 2015

Splinterlaan 117, Leiderdorp

Met de Grofsmederij op de achtergrond
De hoekwoning was begin jaren 60 gebouwd in wat voorheen poldergebied was. Ons huis keek uit op de Van der Valk Bouwman weg, met ervoor de baksteenfabriek van Ouderzorg, een Caltex benzinepomp (rechts op de foto onder), de Rijn en het Waardeiland met de Grofsmederij.
De woning was van het type revolutiebouw. Omdat de stadsbus dagelijks door de straat reed, sprongen de scheuren in de muren en trilden de ramen en het servies in de kast. De huizen waren niet geïsoleerd en waren nog voorzien van een heuse schoorsteen. In die tijd begon de periode van het aardgas, maar wij hadden net als veel andere gezinnen nog een kolenkachel in de huiskamer. In het schuurtje achter in de tuin bevond zich direct rechts om de hoek een gemetselde kolenbak. De bak nam een kwart van de ruimte in beslag. Maar lang zou dat niet duren.
braak terrein waar later Kruyt kwam
De buurman begon direct met het ondersteunen van de vloerbalken op de begane grond. De vloer boog hier en daar nogal door.
Mijn pa begon de buitenmuren te isoleren met piepschuimplaatjes. Die werden op hun beurt met schroten afgedekt.
Het toilet bevond zich naast de keuken. De wc deur was recht tegenover die van de huiskamer. Dus van echt rustig zitten was geen sprake. Op de een of andere manier kon je in dat kleinste kamertje ook ruiken wat in de keuken bereid werd. Die mix van geuren leidde soms tot enige verwarring.
Het kale stuk grond voor het huis werd gebruikt voor voetbal. Later werd het vol gebouwd. Daar kwam o.a. het bedrijf van Kruyt, dat later in het nieuws kwam vanwege het asbest zagen. Met de bouw verdween ons uitzicht naar de Rijn. Zodoende zagen we weinig van de verdwijning van de Grofsmederij. Een voordeel was, dat de kozijnen en het wasgoed aan de lijn gevrijwaard bleven van roest-,  schroei- en brandplekken.
Afgezien van de huiskamer, was de rest van de woning onverwarmd. Mijn ouders
Naar school...
kochten elektrische radiatoren, die met olie gevuld waren. Die apparaten vraten energie. De meter tolde zeer energiek rond en droegen bij tot een flinke bonus bij het energiebedrijf.
Later namen we afscheid van de kolenkachel. Er kwam aardgas en een gaskachel. Op zolder kwam er ook een. Een kleiner model. Daarvoor moest de buurman wel eerst even een gat hakken in het schoorsteenkanaal op zolder. Tja, de winning van het aardgas veroorzaakt nu aardbevingen in Groningen. Daar werd toen al door onze groenteman voor gewaarschuwd. Maar volgens de deskundigen van de NAM toentertijd was dat onzin. Weer later werden de woningen gerenoveerd. De renovatie bracht o.a. een cv ketel en mooie gevelbeplating. Geen dubbelglas, dat vond mij pa niet zo nodig. Hij vond het al met al 'een vlag op een strontschuit', want de rest bleef revolutiebouw.

Een productieve maandag

Oude en....

Ja, zo mag ik deze dag wel noemen. 's Morgens ben ik bij een buurvrouw aan de slag gegaan. Ik had haar vorig jaar beloofd in het voorjaar iets aan haar tuintje te doen. Omdat het weer mij reuze meeviel, besloot ik vanmorgen alvast een start te maken. Er moesten een paar struiken uit. Mijn buurvrouw wilde o.a. van haar roos af. Geen anti-roos shampoo, maar een stevige spade was de oplossing. De rozenstruik bevond zich gedeeltelijk onder een hortensia. Dus het verwijderen moest met beleid gebeuren. Er stond ook een paar paaltjes met wat geplastificeerd gaas. Dat spul moest ook weg. Het gaas stond er al jaren en was flink in wortels vastgeraakt. Maar het lukte wonderwel alles te verwijderen.
nieuwe situatie
's Middag besloot ik een armleuning van onze steigerhouten tuinzit om te bouwen naar bergruimte. De arm is eigenlijk een soort kastje. Dat heb ik één steigerplank breder gemaakt. Nu kunnen de laarzen en wat ander spul uit zicht opgeborgen worden. De voorkant moet nog afgewerkt worden, zodat de inhoud helemaal uit zicht is.
Tot slot ben ik bij een andere buurvrouw even een lamp gaan wisselen. Ze had de nieuwe al klaargelegd.

Kuzu en Öztürk Denk(en raar)

De voormalige leden van de PvdA (hoe kan het ook anders?) hebben een wat mij betreft typisch linkse  zienswijze op onze maatschappij en immigranten. Natuurlijk valt daarbinnen ons taalgebruik. Ze willen woorden als 'allochtoon' en 'integratie' gaan verbieden. Misschien komen daar Turkse woorden voor in de plaats. Ze beweren : "Er is een beeld ontstaan van gastarbeiders als zieke mensen die alleen maar geld kosten aan uitkeringen en zorg. Terwijl die mensen Nederland hebben helpen opbouwen.”
In Groningen : "...ik wil Schotse hooglanden!"
Zo zie ik het dus helemaal niet. In de jaren 60 en later is inderdaad zo geweest dat ons land bepaald werk niet meer wilde doen. Daar voelden we ons te goed voor. Dus haalden we buitenlanders binnen, die voor elke cent wel wilde werken. Zo ontstond een moderne slavernij waarin immigranten de rol van slaaf kregen opgelegd : weinig loon, vele uren maken, slechte huisvesting en sociale voorzieningen. Omdat we hen met de nek aankeken, kwamen special reclame spotjes van Sire op de tv, waarin ons verteld werd dat we Marokkanen en Turken net als gewone mensen moeten behandelen. Tja, zo erg was het toen. Gelukkig trad er verandering op.
Men bouwde moskeeën, men kreeg fatsoenlijke huizen, onderwijs en sociale voorzieningen. Dat was de eerste generatie. De generaties erna laten het geregeld afweten. Ze kregen na het verplicht onderwijs geen werk, vanwege hun achternaam. Dat heb je nu eenmaal in zichzelf christelijk sociaal noemend Nederland, alle wetten en voorlichting ten spijt. Maar voor ons land is alles koek en ei.
Maar de politici blijken toch iets vergeten te zijn : mentaliteit. De Hollandse mentaliteit of cultuur is net even anders dan die van Turken, Marokkanen en veel andere immigranten. Ik kijk even naar mijzelf. Nadat veel mensen, waaronder mijn ouders en zus, uit het verre Indië na de oorlog naar hier kwamen, leidde dat niet tot een verbod op het gerecht Nasi Goreng. Ook al had het qua uitspraak veel weg van Nazi Göring. Nee, in die tijd deed men nog normaal. Er hingen ook niet her en der werkloze, criminele Indootjes op straat rond. Indootjes waren net Chinezen : die doen ondanks alle Hollandse obstakels mee! En dat meedoen, daar schort het vaak aan. Veel immigranten willen niet meedoen. Sommigen zijn meer dan 30 jaar hier en spreken de taal nog steeds niet. Veel jongeren vinden dat er voor hen gezorgd moet worden. En we moeten ons veel meer aanpassen aan hen. Dat vinden Kuzu en Öztürk dus ook. Woorden en/of werkwoorden waar men liever niet mee geconfronteerd wil worden, moeten worden afgeschaft. Weg probleem (?). Dus straks verdwijnen ook woorden als 'werken',  'sociaal', 'eerlijk' en alles wat met een normaal leven te maken heeft?
De vraag is : Moeten wij ons verder aanpassen, of moeten immigranten zich aan ons aanpassen? Het antwoord zit volgens mij opgesloten in een andere vraag : Als ik naar een van die landen ga om daar veranderingen aan te brengen, hoe zou men daar op mij reageren?
Opvallend genoeg willen (onder hen zijn er die het eisen) veel immigranten hier zaken, die in eigen land niet beschikbaar zijn en/of niet getolereerd worden. Vreemd hoor! Oké, ik geef toe : ik zou best een paar palmbomen voor ons huis willen. En in de Flevopolder moet rijst verbouwd gaan worden en de handhaving van de rechtsorde en strafmaten moeten ook net als in.....

zondag 8 februari 2015

Een motor huren in Azië?

Ruim 45 jaar ben ik in het bezit van een rijbewijs voor de motorfiets. Ik heb aardig wat kilometers afgelegd op de tweewieler. In weer en wind veel woon-werkverkeer gereden. Ondanks het groot aantal jaren ervaring, heb ik nooit overwogen om ergens in het buitenland op een motor te stappen. Afgezien van de ons omringende landen. Alhoewel ik het rijden in België begin de jaren 70 veel weg had van een zelfmoordactie. Veel Belgische automobilisten waren van mening dat ik gewoon even opzij moest voor hen : "Ge moet op het fietspad!" Alleen al vanwege de beelden en verhalen omtrent het verkeer in Aziatische landen, vind ik het onverantwoord, zo niet stom, om in zo'n land een motor of scooter te huren en je vervolgens met Europese gewoontes en regels in je hoofd je daar het verkeer in te storten. Dan kan je net zo goed gelijk met je motor een ravijn in rijden. Dom, dom, dom.
Ook dichter in de buurt is het niet verstandig op een gemotoriseerde tweewieler te stappen. Hoe ervaren je ook mag zijn. Het lijkt erg aantrekkelijk in landen als Griekenland, Turkije, op Kreta enz. een tweewieler te huren. Lekker in het zonnetje, met een lekkere temperatuur, lekker in je short en t-shirt rondtoeren met je sandaaltjes aan de voeten. Maar mij niet gezien. Ik vind het onverantwoord.

zaterdag 7 februari 2015

Anti-reclame op de weg

Een paar keer reed afgelopen week een zwarte auto door de (smalle) straat. De bestuurder was druk doende om de auto in een slip te krijgen op de plat gereden sneeuw. Hij gaf vol gas en gaf flinke slingers aan het stuur.
Hij remde ook een paar keer om vervolgens met slippende wielen op te trekken. Er was verder niemand op straat, maar er stonden wel links en rechts geparkeerde auto's. Ik kon me een beetje voorstellen wat de bestuurder graag zou willen. Maar doe het dan op een leeg parkeerterrein en liever niet op de openbare weg met geparkeerde auto's op nog geen twee meter afstand.
Helemaal niet als op je auto ook nog met grote letters de naam van je werkgever (Bennekom)staat vermeld. Dat is toch anti-reclame?

Op de groei gekocht?

Mike heeft zijn stationsfiets uit Groningen meegenomen naar huis. De fiets had zijn pa hier in Dronten gescoord voor weinig. In Groningen liep helaas geregeld de ketting eraf. Ik schreef dat verschijnsel eerst toe aan de vele aardschokken die de provincie teisteren, wanneer wij hier de gaskraan wat verder opendraaien.
een beetje ruim...
Maar net als in al die andere gevallen van schade, reageerde de NAM afwijzend en met dezelfde smoes op mijn claim : 'dat is niet onze schuld.' En dus was ik genoodzaakt het malheur zelf te verhelpen. Tijdens de controle moest ik onwillekeurig denken aan de tijd dat ik het met afdankertjes van mijn grote broer moest dan. Het leek namelijk alsof de ketting op de groei gemaakt was. Of wel : de ketting lag erg los op het voorblad (voor de leken = groot tandwiel).  Er bleef erg veel ruimte over als de schakels over het tandwiel lagen. Slijtage en opgerekt dus.
Bij een bouwmarkt waar ik toevallig toch moest zijn, kocht ik voor nog geen 7 euro een nieuwe, lange ketting. Een lange, want de fiets heeft 7 versnellingen met een derailleur. De oude ketting moest ik doorslijpen, omdat hij geen losse schakel had. Daarna heb ik de nieuwe gemonteerd en zie : hij viel mooi strak op de tanden.
Zo, nu kan de student de fiets weer meenemen naar Groningen.

Een kleine NSB'er?

Zondag met drollenvangers aan
Nadat de familie Quik was vertrokken, kwam een oude man met grijs haar beneden naast ons wonen in de Resedastraat op nr. 76 (foto : deur links). Hij leidde een nogal teruggetrokken leven. Misschien vanwege het feit dat ie slecht ter been was. Op zijn naambordje stond de naam Burow. Volgens mijn moeder was het een Duitse militair en had hij ook nog een vrouw. Maar die heb ik nooit gezien. Behulpzaam als ze was, besloot mijn moeder meneer Burow te helpen. Ik kreeg daar ook een taak in. Zo'n twee keer in de week moest ik hem vragen of hij soms boodschappen nodig had. Als dat het geval was, haalde ik die voor hem en kreeg ik als dank telkens twee pepermuntjes uit een rolletje King dat bij hem op het dressoir op een schoteltje lag.
Mijn moeder had nadrukkelijk gezegd, dat ik in winkels niet mocht zeggen voor wie de boodschappen waren. Immers, in zo'n klein dorp wisten middenstanders precies wie wat geregeld kocht en of het betaald dan wel op de pof ging. En als mij toch gevraagd zou worden voor wie het was, moest ik zeggen dat we visite hadden. Ik vroeg me af : "Ben ik nu een kleine NSB'er of een kleine barmhartige Samaritaan?" Ach, mij maakte het niet veel uit en was zelfs nogal trots op mijn spannende taak : stiekem een Duitser helpen. Vreemd, want ik ging ook met vriendjes mee om belletje te trekken bij NSB'ers in het dorp. Hoe dan ook, alles wat Duits was lag in die naoorlogse periode nogal gevoelig. Maar dit voelde goed.
Links buurvrouw Zaagman...
Het was op een zaterdagochtend toen meneer Burow mij vroeg om iets anders voor hem te kopen. Dit keer bij de drogist. In zijn uitleg wees hij naar zijn voeten en brabbelde iets in een voor mij onverstaanbare taal, wat later Duits bleek te zijn. Das hatte ich damals nicht gewusst, want ik kende geen Duits. Hoewel, mijn moeder was nogal weg van ene Rudolf Schock, wat voor mij nogal een shock was. Zijn liedje 'Du bist die Welt für mich' vond ik helemaal niks, vanwege de nare verhalen over een voormalig veroveraar die ook iets met die Welt wilde.
Maar goed, ik verstond 'taakpoelder'. Maar volgens meneer Burow was het net even anders. Hij trok een sok uit en deed alsof ie zijn voet waste. Daarna maakte hij met zijn hand op en neer gaande bewegingen boven zijn voet. Bewegingen die ik zo'n tien jaar later totaal anders geïnterpreteerd zou hebben en ongetwijfeld gevolgd zou zijn door een gillend wegrennen van mijn kant.  Maar toen begreep ik er niets van. Hij zei daarbij een paar keer achter elkaar "taakpoelder!"
Ik bleef een gezicht met vraagtekens trekken, dus ging ik met 'taakpoelder' en een gulden in mijn handje geklemd op pad. Op weg naar de drogisterij van meneer Noort aan de Hoofdstraat tegenover de schoenmaker op de hoek van de Eikenlaan, piekerde ik me suf over het 'taakpoelder' en oefende op antwoorden voor lastige vragen.
Bij De Vijzel aangekomen, kon ook meneer Noort niets van mijn 'taakpoelder' brouwen. Omdat hij vermoedde dat het spul niet voor ons was (mamma kocht daar alleen keelpastilles en heel soms een fotorolletje), vroeg de kalende magere, lange drogist : "Voor wie moet jij dat kopen?" Ik antwoordde zonder blikken of blozen (dacht ik) : "We hebben visite, meneer. Uit Oostenrijk." Toen besloot ik het ritueel van meneer Burow na te doen, terwijl ik op zijn manier 'taakpoelder' papegaaide. Meneer Noort schoot in de lach. "Hahaa, talkpoeder! Je bedoelt talkpoeder!", riep hij triomfantelijk. Moreel gesteund door meneer Noort's oplossing, liep ik opgelucht terug naar de Resedastraat. Meneer Burow was blij verrast. Hij schuifelde naar het dressoir, trok een lade open en kwam met een hele rol pepermunt naar mij toe! Hij bedankte mij met een glimlach, terwijl hij mij een aai over mijn pikzwarte haartjes gaf. Ik voelde me trots en blij. Hij had blijkbaar niet verwacht, dat ik terug zou komen met zijn 'taakpoelder'.
Later hoorde ik dat zijn vrouw ziek was. Ze lag in de achterkamer, die als slaapkamer diende. Ze overleed in oktober 1960.

Schending van de privacy?

De Tweede Kamer wil snellere boetes voor het op grove wijze schenden van de privacy. Dat 'grove' is een nogal rekbaar begrip. Als postbode heb ik me verbaasd over het feit dat op bepaalde enveloppen CJIB staat. Of 'Dwangbevel' of de tekst 'Deurwaarder'. Alleen de post van postorderbedrijven op het gebied van seks gebruiken blanco enveloppen. Dus dat is dan weer de andere kant van de medaille. Hoe ik dat weet? Omdat die post weleens een deur te ver bezorgd is. Meer zeg ik niet.
Blijkbaar vallen eerder genoemde poststukken niet onder grove schending van de privacy. In veel opnames van verkeersprogramma's worden gezichten geblurd (onzichtbaar gemaakt) vanwege de privacy. Dat wordt door zo'n envelop weer teniet gedaan.
Soms levert privacy vreemde situaties op. Laatst was iemand een tijd op de tv te zien. Hij had een pistool in zijn hand en eiste zendtijd. Heel de wereld kon hem zien. Nadat de man overmeesterd was, verschenen beelden van hem met een geblurd gezicht. Omwille van zijn privacy. Wel vreemd voor iemand die juist de publiciteit zocht.

Verdwenen afvalcontainers

Hier in Dronten schijnen kleine afvalcontainers erg in trek te zijn. Ze worden geregeld gestolen. Nee, niet per ongeluk meegenomen. Want dan zou er een grote overblijven op de plek waar ie aangeboden is.
Van wat buurtbewoners vernam ik mogelijke redenen. De een zegt dat de kleine container zo handig is voor de zak van het plasticafval. Een ander stelt, dat ze gebruikt worden om de buit van inbraken te verdoezelen en te versjouwen.
De kleine containers worden hoofdzakelijk gebruikt door eenpersoonshuishoudens. Daaronder zijn veel ouderen. Als ze hun container kwijt zijn, moeten ze aangifte doen bij zowel de politie als hun eigen verzekering. Voor een nieuwe container moeten ze betalen. Dat geld mogen ze declareren bij hun verzekering en dan hopen dat die hen schadeloos stelt. Al met al een heel gedoe. Zeker als de gedupeerden op leeftijd zijn.

donderdag 5 februari 2015

Naar kapper De Jong!

Als kind hanteerde mijn moeder zelf de kappersschaar. Of beter een tondeuse. Geen elektrische, maar een hand bediende. Het model waar ze erg goed in was heet bloempot. Het hield in, dat ik alleen boven op mijn hoofd nog haar had. Alsof ze vooraf een bloempot op mijn koppie had gezet en toen is gaan knippen.
Wat het resultaat betrof, daar maakte ik me niet zo druk over. In die jaren 50 liepen er meer bij alsof hun haar door de ratten aangevreten was.
bloempot stijl
Op een mooie zaterdagochtend zei mijn vader tegen mij : "Om 10 uur bij kapper De Jong, jôh." Mijn pa was niet zo'n prater. Hij was sergeant en commandeerde. Wij, mijn broers en ik, luisterden en deden (alsof). De kapper, een goede vriend van pa, was gevestigd op de hoek van de Dr. de Bruijnestraat en de Groenendijkstraat. Kapper De Jong, met krullend haar en bril, wist van mijn komst. Hij heeft sinds kort een kalende Hongaar in dienst. De man was na een gezamenlijk gebed op school vanwege de opstand in dat land door God naar Leiderdorp gestuurd. Althans, dat was mijn kinderlogica in die tijd.
Toen ik plaatsnam op een stoel aan de tafel tegenover de deur om mijn beurt af te wachten, kwam de kapper gehaast naar mij toe. Snel griste hij een magazine van tafel. Het was De Lach. Niet geschikt voor jeugdige lezers en vooral kijkers als ik. In gedachte maakte ik een opmerking : "Die heb ik al gezien, hoor!" Een wat ouder vriendje van mij nam dat blad soms stiekem van huis mee en we bekeken het in een bergruimte op de begane grond van de flat in de BG Cortslaan. In de kapperszaak klonk alleen het geluid van een knippende schaar. Ik keek naar de vele flesjes en doosjes op de diverse plankjes aan de muur waar twee grote spiegels prijkten ; scheerzeep, aftershave, aluin en Brylcreem.
Na nog geen tien minuten wachten, mocht ik van meneer De Jong op een grote stoel met zwarte, gekreukte leren kussens klimmen. Hij pompte de stoel met zijn voet omhoog. Vervolgens plakte hij een papieren strook om mijn nek en deed mij een bruin schort om, waarvan hij de knoop in mijn nek legde. Een voorteken?
...een maand of wat na de aanval...
"Zo", zei de kapper. Toen ik wilde vertellen hoe ik mijn haar geknipt wilde hebben, onderbrak hij mij abrupt. "Ik heb je vader gisteren al gesproken", zei hij op bezwerende toon. En zoals geleerd, zweeg ik. Even later gleed een elektrische tondeuse over mijn hoofd. Om mij heen zag ik zwarte haren vallen. En niet een beetje, heel veel. Op mijn neus maakten ze een kriebelend gevoel, maar ik mocht ze niet even wegvegen. "Stil zitten!" gebood de kapper.  Gezien zijn strenge toon durfde ik niet eens meer "Ja meneer" te zeggen. Zijn Hongaarse hulp zei ook niets. Die was zeker ook als de dood voor deze kapper. Misschien was ie toch maar liever in Hongarije gebleven.
De bovenkant van mijn hoofd bleef deels onaangeroerd. Niet voor lang, want even later kwamen een schaar en kam tevoorschijn. En toen zag ik in de grote spiegel voor mij, dat het haar op mijn hoofd in hoog tempo ultra kort werd geknipt! Ik schrok me een hoedje. Was pa soms boos op mij? Toen de knipbeurt klaar was, begon de kapper met een rond plastic borsteltje hard over mijn hoofd te borstelen. Daarna doopte hij zijn vingers in een potje met een olieachtige inhoud en begon mijn hoofd te masseren. Oei, oei, dat deed pijn zeg! Maar ik durfde de stilte niet te doorbreken.
Meneer De Jong trok na de massage het papieren servet weg, maakte er een prop van en gooide het in de prullenbak. Met een zwaai trok hij het schort weg en zie daar : een kale Wimmie met een stekelkop! Ik baalde hevig. Het gratis borsteltje dat ik van de kapper kreeg, kon daarin geen verandering in brengen.
Terwijl de kapper mijn haartjes bijeen veegde, trok ik mijn jasje weer aan, groette de kapper en trok de deur achter me dicht. Buiten was het opeens erg koud geworden.
Mijn pa was net als de kapper heel tevreden. Ik durfde de maandag erop eerst niet naar school. Maar eenmaal op school was iedereen erg enthousiast over mijn nieuwe kapsel of wat er van over was. Ze vonden mijn koppie stoer staan. Ik heb het aantal keren dat er over mijn stekelkoppie werd geaaid maar niet geteld. Ik had er alsnog vrede mee.

Een kleine omissie

'Let op, gevaar voor gladheid!'

Begin deze week kwam ik erachter dat de ruitenwissersproeier van de Matrix het niet doet. Ik hoorde ook het pompje niet zoemen. Het nieuwe reservoir was na het herstel van de schade door het schadebedrijf gevuld met antivries. Al die tijd heb ik de sproeier niet gebruikt.
Ik heb de kwestie direct via e-mail gemeld. Gelukkig is het een bedrijf waar men geregeld de mailbox bekijkt en dus kreeg ik snel een reactie. Vanmorgen ben ik even langsgegaan. Men heeft de boel gecontroleerd (de bedrading, zekering en aansluitingen waren in orde) en geconcludeerd dat het pompje kapot is.
Omdat de boel toch al gedeeltelijk gedemonteerd is en een nieuw pompje morgen binnenkomt, heb ik maar een vervangende auto gevraagd.
Dit keer ben ik in een VW Polo weggereden. Ach, het is weer wat anders en het rijdt ook lekker. Het dashboard is wel even wennen. Wat een displays en wat een informatie. Ik knipperde even met mijn ogen en voelde me net een cock in een pit. Helemaal toen de auto op de platgereden sneeuw,  conform de waarschuwing op het display, de snelheid automatisch aanpaste. Nog even en ik hoef alleen maar plaats te nemen en te zeggen waar ik heen wil. Zou er dan ook een wekker in komen, zodat ik gewaarschuwd word als ik op mijn bestemming ben aangekomen?

Priemende oogjes


Zodra ze hier binnenkomt, kijkt ze mijn kant op. Met glimmende pretoogjes en een ingehouden glimlach om haar mondje. Ja, ik heb het over onze kleine Emma.
Als opa en oma een dagje op haar passen, voelt opa geregeld dat er iemand stiekem naar hem kijkt. En als opa dan zijn hoofd langzaam naar de richting vanwaar de prikkeltjes vandaan komen draait, ziet hij een wat verlegen kijkende Emma. Maar zodra opa lacht, lacht zij ook.
Ja, dat stiekem kijken kan ze lang volhouden. Vaak totdat ik mijn blik op haar richt. Ja, ze is erg lief. Ook al laat ze soms met een driftige beweging van haar arm of handje merken, dat je in de weg zit of van haar speeltjes moet afblijven. Ja, de kleine Emma zal geen moeite hebben om straks van zich af te bijten. Ze is niet alleen lief, maar ook slim.
Ze weet waar een afstandbediening voor dient en hoe ze op een smartphone met haar vingertje moet vegen om de volgende foto te zien. Soms denkt ze dat het schermpje van mijn fotocamera ook zo werkt. We kijken samen naar een foto en opeens komt dat vingertje, dat over het schermpje veegt voor de volgende foto. Zonder resultaat. Hahaha!