Tijdens een lunch bevonden wij ons in een eetgelegenheid. Het was niet druk, maar zo klonk het wel. Er was namelijk een moeder met twee losgelaten en losgeslagen kinderen. Ze waren rond de 6-7 jaar. Ze renden rond, botsten tegen tafels en stoelen, schreeuwden en gilden. Hoewel hun moeder hen tot rustig gedrag maande, werd er niet geluisterd. Of beter : zowel kinderen als moeder kwamen wat dat betrof merkbaar op voor beiden heel vreemd terrein. Op dat van leiderschap, gehoorzamen en respect tonen.
Achter ons zat een jong gezin, dat ook twee kinderen had. Ongeveer van dezelfde leeftijd als de beide druktemakers. Dat tweetal rustige kinderen hoorden we ook wel, maar op een normale manier. Ze hadden ook plezier, maar schreeuwden en gilden niet en vielen de andere gasten niet lastig. Dat gezin genoot gewoon van een gezellig etentje.
Hoewel een van de druktemakers tegen mijn stoel vloog, deed ik maar of ik niets merkte. Al vond ik het niet prettig om op die manier te zitten eten. Ik krijg dan ook last van te veel prikkels. Gelukkig was de herrie van korte duur. De machteloze moeder verliet niet veel later de eetgelegenheid. Ik begrijp best dat sommige restaurants kinderen weren. Maar zo selectief zijn wij (nog) niet voor wat betreft onze keuzes om iets te nuttigen.