Soms moet ik echt op mijn tong bijten. Ik mag dan een flapuit zijn (net als mijn pa), maar toch zijn er momenten waarop ik maar zwijg. Met moeite. Zoals laatst weer, toen iemand hier uit de buurt weer een balletje opgooide. Ze vroeg mij indirect om hulp. Dat heeft ze eerder gedaan, maar toen heb ik haar naar haar zoon doorverwezen.
Toen ze dat over haar zoon vertelde, dacht ik aan haar huis. Een huis met grijze betonnen muren in de slaapkamers. Met provisorisch gemaakte slaapplaatsen voor de kleinkinderen. Het kroos van haar Bitcoin-zoon, waar ze bijna dagelijks oppast en die bij haar eten, drinken en slapen. Haar verwilderde tuin, waarin ze zo graag haar kleinkinderen wil laten spelen. De lakens die ze voor de ramen hangt tegen de zon en inkijk. De kleinere ongemakken die om reparatie vragen, zoals klemmende deuren, kapot sluitwerk, druppelende kranen enz.. Maar ach, al die zaken kosten euro's en hij doet in bitcoins, hè. Ze heeft me in het verleden een paar keer gevraagd haar te helpen. Ooit gaf ik haar als antwoord : "Laat het maar doen en stuur je zoon de rekening." Maar ja, dat vond ze toen zielig voor hem. Tja, daarom is die zoon zo geworden.