donderdag 11 augustus 2016

Ook een bustent

Onze Duitse overburen zijn een dag eerder bij Obelink geweest. Ze hebben ook een bustent gekocht. Toen ze die aan het opzetten waren, zei de man dat het wel een erg grote tent is. Dat vonden wij ook. Voor met z’n tweeën is ie ruim twee keer zo groot als de onze. Maar wel geschikt om een tunnelvisie te ontwikkelen. Die tunneltenten hebben het voordeel nooit last te hebben van waterzakken.
Die grootte van de tent merkten ze niet alleen tijdens het opzetten, maar ook vanmorgen toen ze hem afbraken. Hun tent heeft een soort sluis naar de schuifdeur van hun bus. Dat sluisdoek is aan een speciale sluisstang op het dak van de bus gemonteerd. Het is wel een mooie bustent. Dat is zeker. Maar het werk wat ze eraan hebben voor het opzetten en afbreken is nogal veel. Misschien is dat ding met het oog op de toekomst gekocht. Als er kinderen komen, hebben ze ruimte zat.
Dat jonge stel heeft ook een hond. Een zwarte, jonge labrador. Meneer ging even met een frisbee de hond laten rennen over het veld. Op zich niet toegestaan, maar ja veel Duitsers zijn net Nederlanders. Het rennen en hijgen van de hond langs onze plek leidde tot onrustig gedrag van Fenna. Die blafte en gromde als ze de hond hoorde voorbijkomen. Meneer vond het blijkbaar grappig, want hij blafte en gromde met Fenna mee. Het kwam blijkbaar niet bij hem op, dat hij onze rust verstoorde met zijn hond en frisbee. Ik heb de schuifdeur maar dicht gedaan om in vakantiestemming te blijven.

woensdag 10 augustus 2016

Een nieuwe bustent


Voor het mooie zit de peesrail op de bus net iets te laag. Dus daar moet Tom Poes nog een list voor verzinnen. Ik heb bestaande gaten in de carrosserie gebruikt, om nog meer boorgaten te voorkomen. Voor het overige bevalt de tent prima. Alleen Fenna vindt het niets. Wij dachten van wel, omdat ze nu niet aangelijnd hoeft te zijn. Maar Fenna denkt anders. Helemaal anders, want ze is een teef. Een Friese teef. Dus totaal anders. Haar klacht : Ze ziet veel minder. Vooral als een van ons even weggaat, mist ze het vrije uitzicht. Maar ja, meeste stemmen gelden en we hebben maar één hond. Haha!

Folie op de ramen

Vanmorgen, toen Fenna mij uitliet, zag ik tegen een boom een grote boodschappentas staan. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat ie volgepropt was met lege bierblikjes van een zeer goedkoop merk. Ik heb de tas laten staan, want vaak levert het alsnog via de normale weg opruimen negatief commentaar op. Dit keer in de geest van : "Ja, maar dat is geen campingafval!" Dus moet ik op zoek naar een publieke afvalcontainer. Maar dan beloop ik de kans door zo'n pennenlikker van Handhaving aangesproken te worden. Die ziet dat soort spul als huishoudelijk afval, dat ik wil dumpen. Zo positief zijn die mensen van Handhaving nou ook weer niet ingesteld. Iemand die vrijwillig zwerfvuil opruimt, wordt vaak met Aziatische ogen aangekeken. Ik heb altijd gedacht dat het milieu belangrijk was, maar het zijn de regeltjes. Altijd maar weer die regeltjes. Naar de intentie van mensen wordt niet gekeken.
Na de koffie en een enorme regenbui zijn Sonja en ik donker folie op een raam van een van de achterportieren gaan plakken. Da's pas leuk werk voor een stel om samen te doen! We hebben dat nooit eerder gedaan. Wel een poging tot behangen, maar die liep op een ruzie uit. Dat was in onze flat in Zoetermeer, in 1977.
Dat folie zag ik bij de Action liggen. Je weet wel die goedkope zaak met die foute fietsbanden. Drie meter van dat spul 76 cm breed kost nog geen drie euro! Dus dan is zo'n plakcursus erg goedkoop.
De eerste poging verliep desastreus. Nee, geen ruzie. We hebben eerst het raam schoongemaakt, toen de folie ruwweg op maat geknipt, vervolgens de beschermlaag gedeeltelijk verwijderd. Dat laatste deden we door aan beide zijden een strookje plakband te plakken en die twee vervolgens uit elkaar getrokken. Met de nagels peuteren was niet te doen. Vandaar. Gevolg was dat het spul na het verwijderen van de beschermlaag super statisch werd en alle kanten, behalve natuurlijk de goede, op vloog. Het raam hadden we trouwens vooraf nat gesproeid. Dat vel folie veranderde rap zonder vloek maar wel met een diepe zucht in een dikke prop.
Maar we hadden weer wat geleerd. Over hoe het niet moet. Haha!
De tweede poging verliep zowaar succesvol. Een raam is dus beplakt. Het beoogde resultaat wordt waargemaakt : minder inkijk en zonlicht. Straks nog zo'n raam en dan het raam van de schuifdeur. Er zal wel een rol bijgekocht moeten worden. Maar ach, hij kost maar drie euro.

dinsdag 9 augustus 2016

Een beetje luguber

Er hangen hier A4'tjes aan bomen waarop vermeld staat dat een Brits stel hun kat is kwijtgeraakt. Het beestje is weggelopen tijdens hun vakantie in ons land. Ik weet dat veel katten en ook honden soms honderden kilometers afleggen om weer thuis te komen. Maar in dit geval moet het arme beestje het Kanaal over. Zo zie je maar weer. Neem je je huisdier mee op vakantie, gaat ie er vandoor. Onze poes Boefie ging ook vaak mee. Maar dat beest had een hechte band met onze honden. Dus weglopen deed ze niet.
Toen we in Duitsland een winkel bezochten, bleef Sonja met Fenna buiten staan wachten. Een Duitser vroeg toen aan Sonja wat voor ras Fenna is. Hij wilde dat weten, omdat hij in een zak een dode hond had gevonden, die op Fenna leek. Brrr! Gelukkig verstaat Fenna geen Duits.

Terug in Nederland

Wir sind wieder da! Na een probleemloze rit zijn we na ruim 1.000 km rondrijden weer terug in Nederland. Maar wat een slecht weer zeg! Toen we de camper geïnstalleerd hadden, zag ik dat de luifel van de overburen ineen geklapt was. De harde windvlagen bliezen d luifel omhoog met gevolg dat de middenstok uiteenviel. Ik heb er maar een scheerlijn opgezet. De buren waren er later blij mee. De buurman vroeg bezorgd of we de lijn en haring niet direct terug wilden. "Wel nee, die zijn niet van goud hoor!", zie ik geruststellend. We blijven net als hen tot zaterdag. Dan zien we wel weer.
De dag na onze terugkeer op Nederlandse bodem, zijn we naar die enorme kampeerwinkel gegaan aan de rand van Winterswijk. Uiteraard gingen we per fiets en Fenna liep natuurlijk ook mee. We wilden haar zoveel mogelijk laten lopen, zodat ze zich in die winkel rustig zou gedragen.
Het kampeerparadijs Obelink ligt aan een verbindingsweg, die Winterswijk met Aalten verbindt. Opvallend genoeg hoeft het verkeer op die weg geen snelheid te minderen, als het de in- en uitgang van die zaak passeert. De gevolgen zijn merkbaar. We hoorden geregeld toeterend en driftig remmend vrachtverkeer, omdat klanten die het parkeerterrein verlaten pardoes de weg oprijden! Dom natuurlijk, maar o zo menselijk. Dus waarom geen snelheidsbeperking? Dat soort situaties zijn in Duitsland beter opgelost. Zodra borden aangeven dat de snelheid naar beneden moet, weet je dat je een verkeerssituatie nadert, met hogere risico’s op een ongeval.
Gedurende onze tour door Duitsland (een soort testrit) hebben we een lijstje opgemaakt met de gewenste en aanpassingen van de camper. Daar stonden dus ook zaken op, die we kant en klaar konden kopen. Zo wilden we voor de luifel een paar zijwanden kopen. Maar tijdens het bekijken ervan, zagen we ook kleine, handige voortenten speciaal voor campers. Een rechte peesrail was wel een vereiste. Laat ik nou net zo’n rail op de bus gemonteerd hebben!
We besloten dus geen zijwanden voor de luifel, maar een bustent te kopen. Dus min of meer dezelfde oplossing, maar dan met een extra wandje met ramen aan de voorzijde. De wanden zijn afritsbaar, zodat we hem ook als een luifel kunnen gebruiken. Fenna gedroeg zich erg rustig tussen al die mensen en winkelwagentjes. Wat een drukte! Ze moest ook de hele terugweg lopend naast de fiets afleggen, want haar kar lag vol met boodschappen. Maar we hebben onderweg een paar keer gerust, zodat we niet te veel van haar gevergd hebben. Eenmaal weer op de camping was ze weer volop actief. Pas na haar avondmaaltje plofte ze neer op haar plekje tussen de stoelen.

maandag 8 augustus 2016

So what?

Er is onlangs weer een aantal mensen in Spanje gedood en/of verwond door stieren. Nou en? Eigen schuld. Instant karma; gerechtigheid. Viva el torro! Moeten ze maar geen dieren kwellen. Vanuit dat standpunt gezien vind ik het niet juist dat een zogenaamd valse hond een spuitje krijgt. Dat beest heeft een eigenaar, die zich onttrokken heeft aan zijn plicht. Het gedrag van de hond moet gecorrigeerd worden en de eigenaar moet flink bloeden. Een spuitje voor de eigenaar gaat me te ver.
Er zijn eigenaren die zelf ook gebeten worden. Of hun huisgenoten, tot hun kinderen toe, laten bijten. Vaak heeft het ook te maken met het feit dat een huisdier als speelgoed beschouwd wordt. Fijn hoor zo'n pappie en/of mammie.
Het raakt me ook niet als een crimineel omkomt. Hoewel, soms krijg ik een opgelucht gevoel. Maar ach, er komen er steeds weer bij. Sommigen zelfs op uitnodiging van politieke partijen en regeringsleiders. Onze Marine haalt samen met de EU dagelijks veel tuig op uit de Middellandse Zee. Geen vistuig, maar nieuwe criminelen met soms een verdwaalde vluchteling ertussen.
Sprekend over minister Koenders, die riep laatst Turken op aangifte te doen in geval van bedreiging. De Turkse gemeenschap kent een ander soort democratie dan de rest van de inwoners in ons land. Het geeft maar weer eens aan hoe de Nederlandse vlag er bij mensen uit bepaalde andere culturen bijhangt. Koenders ging mij te ver. Hij sloeg een stap over. Koenders moet eerst de politie aan het werk zetten, want die weigert aangiftes op te nemen en af te handelen. En ja, dan daalt de geregistreerde criminaliteit natuurlijk. In werkelijkheid stijgt die.
De politie. Tja, daar bevinden zich ook criminelen onder. Ooit was het korps betrouwbaar. Maar die tijd is geweest. Al in de jaren 80 verdwenen na ongevallen en/of in beslagnames spontaan spullen die door de politie 'in bewaring' waren genomen. Tot complete auto's toe! Een corrupte agent bood mij eens in beslag genomen raceonderdelen aan van scooters. Meneer wilde een handeltje opzetten. Dus als ze weer een paar corrupte agenten arresteren, denk ik : "So what?"
Veel ongemakken op maatschappelijk gebied zijn een gevolg van het regeringsbeleid. Dus ik verbaas me nergens meer over. Maar het is en blijft wel vervelend.

Doping uit een accu

Zoals verwacht heeft meneer Erdogan een bezoek gebracht aan meneer Poetin. Beiden voelen zich door de EU c.q. het westen belazerd. Een vreemde gang van zaken, dat een lid van de NAVO goede banden met Rusland wil. Vreemd, dat wel, maar ook weer positief. Erdogan heeft meer ballen dan Obama.
Amerika heeft weer een nieuwe doping : een elektrische waarmee men de hersenen stimuleert. Ik weet niet of dat veel zal uitmaken, want zo'n atleet moet wel een zonnepaneel of accu meesjouwen. Het Amerikaans bedrijf Halo Neuroscience levert de spullen. De anti (wat heet)-doping organisatie WADA, net zo corrupt als de Russische  evenknie, vindt het prima. Totdat Russische atleten ook daartoe overgaan.
Misschien is dit het middel om de hersenen van menig politicus eens te stimuleren tot grote prestaties.

Klagende Duitsers

Ja, die zijn er ook. Om onduidelijke redenen beginnen ze tegen mij vaak te klagen over al die vreemdelingen. die Angela Merkel binnenhaalt. En over hun ambtenaren. Haha! Een familielid van een van de klagers, had keurig een vergunning aangevraagd voor een carport. Die werd geheel conform verwachting goedgekeurd. Totdat de buurman er lucht van kreeg. Die had familie op het stadhuis en dus werd de carport-aanvraag nogmaals bekeken! Het gevolg was een brief van de gemeente, waarin stond dat de carport gebouwd mocht worden, maar zonder dak....
De aanvrager liet zich niet uit het veld slaan en bouwde verder aan zijn carport. Hij had er al een paar dakspanten op gemaakt voor een puntdak. Toen kwam de brief. Meer deed hij daarna niet aan het dak. Vervolgens timmerde hij met enig afschot een plafond in zijn dakloze carport.
Zijn buurman pikte het niet, maar dit keer kon zijn familie op het stadhuis hem niet helpen. Dus daagde hij de bouwer voor de rechter. De rechter bestudeerde de zaak en het bouwsel en kwam tot de conclusie dat het een carport was zonder dak maar met een plafond.
Een meneer op leeftijd (ik bedoel dan 80+) beklaagde zich over de wanprestaties van de telecombedrijven. Soms heeft ie een week geen verbindingen. "Dat was vroeger anders. Toen was de staat nog eigenaar van het telefoniebedrijf. Toen was de klant nog koning. Tegenwoordig gaat het alleen om geld", mopperde hij. Maar ach, in Nederland is het op al die punten ook niet anders, probeerde ik hem te troosten. Meneer had ook de 'Kundendienst' gebeld. Hij was daar speciaal voor naar de stad gereden, vertelde hij boos. "Zegt dat domme wicht aan de andere kant van de lijn : "Hoe kunt u nou bellen als u geen verbinding heeft?"
Een van hen woont permanent op de camping. Al twintig jaar. Een paar jaar geleden kwamen twee ambtenaren hem vertellen, dat hij daar niet permanent mocht wonen. Meneer haalde een twintig jaar oude foto tevoorschijn. Daarop stond een groot bord afgebeeld met de tekst : "Kom gezond wonen in het groen van de gemeente S.!" De ambtenaren dropen af. Maar een week later kwamen ze weer terug. Dit keer maten ze het huis op en zeiden dat het geheel 18 centimeter in omtrek kleiner moest worden, wegens overschrijding van het maximaal toegestane volume. Tot op heden is er niets aan het huis veranderd en dat zal volgens meneer zo blijven.

Een triatlon

Triatlon zegt mijn spellingscontroleur, dus geen triathlon.  Het wordt alsmaar drukker op de camping. Ik zie allemaal jonge mensen, die er gebruind, sportief gekleed en atletisch uitzien. Ik zie ook veel racefietsen en fietsen met speciale steunen op het stuur. Morgen wordt hier een triatlon gehouden. Daaraan mogen ook recreanten meedoen. Ik bedank ervoor. Zelfs al zou ik drie dagen eerder mogen starten (elke dag een onderdeel), zou ik als laatste arriveren. Veel getrainde deelnemers dragen een fel gekleurde outfit. De vrouwen herken ik ook aan hun gespierde kuiten en bovenbenen. De meeste van de triatlon deelnemers  kamperen vrij basic.
Ondanks al die gespierde, afgetrainde lijven doe ik toch mijn shirt uit. Het is warm. En wie weet zorgt de aanblik van mijn lijf ervoor, dat de jongelui nog intensiever gaan sporten. Zo lever ik dan toch nog een positieve bijdrage aan het evenement en den mensheid in het algemeen.
We hebben weer even op de fiets gezeten. Wat een verademing, al dat vlakke land! Fenna heeft zich ook weer lekker uitgeleefd. Zowel buiten als in de kar.
Naast ons ligt een mooie zwarte hond in het gras. De teef is een kruising tussen een labrador en een ridgeback. Het zal wel een ongelukje geweest zijn. Over haar rug loopt een kam. De neus is minder lang en spits als van de labrador. De kop is groter. Zij gedraagt zich erg rustig en komt zelfverzekerd over. Maar wat wil je met zo’n imposant voorkomen. Ze is 10 jaar en begint volgens de eigenaar last te krijgen van haar gewrichten. Als haar baasjes gaan fietsen, mag ze mee in een kar. Die kar is nagenoeg dezelfde als die van Fenna. Ze stapt gedwee in en ploft vervolgens neer. Het grote lijf past er net in. Zij is niet aangelijnd, maar dat hoeft niet. Het mooie beest reageert nauwelijks als iemand langskomt. Ook niet op andere honden. Tenzij een van de baasjes terugkomt. Ze is een goed opgevoed pracht beest. Haar baasje doet ook mee aan de triatlon.

Wasser und Cola.


Vanmorgen om 9.30 uur ging de triatlon van start. Ik was net op tijd mijn bed uit, om te zien hoe de eerste groep het water indook. Petje af hoor voor die sportfanaten. Er zijn ook veertigers en vijftigers onder de deelnemers. Oude knarren, verslaafd aan hun sport.
Voor de ondersteuning zijn naast volwassenen ook kinderen ingezet. Ze voorzien de deelnemers van natte sponzen, water en/of cola. In het begin verliep de verstrekking wat stroef. De kinderen stonden niet klaar met bekers en sponzen toen de eerste deelnemers hen passeerden. Maar al snel kwam de routine erin. Ze riepen luid : “Wasser! Cola!” zodra deelnemers in aantocht waren en strekten hun armen om bekertjes en sponzen aan te bieden. Het weer is zonnig en er staat een wind. Lijkt mij mooie weersomstandigheden. Maar ja, ik ben toeschouwer en plof straks weer in mijn stoel.
Een dag eerder arriveerden veel deelnemers. De strook waar wij als enige stonden, veranderde in een klein Camp Holland met vijf deelnemers. Veel  deelnemers maken deel uit van een vereniging. Ze dragen dezelfde outfit.
‘s Middags kwam de buurman weer terug. Hij was niet tevreden over zijn prestatie. Het liep op alle drie de onderdelen niet lekker, zo vertelde hij. Maar hij is als beginner nog in een opbouwfase en dit was zijn tweede triatlon. “Ik heb nog de tijd om mijn trainingsschema’s wat aan te passen”, troostte hij zichzelf.
Een paar uur later was hun camper weer klaar om huiswaarts te keren. “Morgen moeten we gewoon weer naar werk”, zei zijn vrouw. Daar hebben wij dus geen last van. De ene na de andere deelnemer vertrekt van het veld. Binnen een paar uur is het veld zo goed als leeg. Er zijn slechts vier plaatsen bezet, waaronder die van ons.

Een moderne autoradio

In mijn eerste Fiat (128) had ik zelf een radio gemonteerd. In die tijd, 1974, een simpel mono-geval met een speaker helemaal achterin midden op de hoedenplank waar in andere auto‘s een hondje lag dat met zijn kop bewoog. Vlak tegen de achterruit, waartegen ik nog zo’n chroomkleurige ruitverwarming had geplakt. Ik had voor die radio speciaal zelf een console in elkaar geprutst, dat op de vloer tegen het dashboard aan stond. Dat ding is later door onze eerste hond Asco opgevreten. De radio overleefde het knaagfeest. De aansluitingen van die radio waren vrij simpel. Een plus (met zwevende zekering), een min draad en een dubbele draad voor de speaker. En uiteraard een ingang voor de antenne. C’est tout. Toen ik cassettebandjes wilde afspelen, legde ik gewoon een losse Philips recorder/speler op batterijen op de vloer naast me. Haha! Zo ging dat in die tijd.
In de gebruikershandleiding van de Ducato zie ik een soortgelijk eenvoudig schema voor de aansluiting van een autoradio. Alleen zijn er nu vier speakers die aangesloten kunnen worden.
Toen ik mijn pas gekochte moderne Pioneer aansloot kreeg ik naast de antennekabel te maken met twee stekkerblokjes, die in de oude radio met cassette gestoken waren. Een met bedrading voor de speakers en een met nog veel meer bedrading voor de radio. In plaats van de ouderwetse plus en min, waren het plus-minus acht draden! “Wat moet ik met al die zooi?”, dacht ik nog. Hoe meer mogelijkheden, des te meer de kans op storingen toch? De voeding voor de radio is er een van constant stroom. Daar ben ik ook niet blij mee. Vooral de verhalen over lege accu’s vanwege de moderne radio’s deden me een rigoureus besluit nemen.
Conform mijn beroepsdeformatie heb ik me voorgenomen dat stekkerblok van de radio van alle overbodige bedrading te ontdoen. Alles wat niet bijdraagt aan het doel muziek en/of geluid, snij ik dus weg. Gewoon plus en min, de antenne en de speakers, that’s all!

zaterdag 6 augustus 2016

De caravan van je zwager

Naast ons staat een wat eigenaardig opgestelde caravan. Hij staat dwars en scheef. Een beetje tussen twee plekken in. Geen van beide plaatsen heeft meneer via de receptie geregeld. De Duitse gast zei verontschuldigend tegen mij, dat het een tijdelijke opstelling is. Hij heeft de caravan van zijn zwager geleend en had wat moeite hem op z’n plaats te krijgen. Nou, dat was wel duidelijk te zien. Er zit een gezin met twee kinderen in de overigens mooie hut. Morgen zou alles goed komen, zo verzekerde hij ons. Dat was geen nieuws voor ons.
De jongste zoon is een etterbakkie, wat aan zijn gezicht af te lezen is. Hij kijkt nogal venijnig de wereld in. Hoewel zijn ouders hem erop aanspraken gaat het joch flink met een raam van de caravan tekeer. Hij trekt het achterelkaar open en slaat het vervolgens hard dicht. Zijn broer doet ook mee. Die zit in de caravan en trekt telkens de rolhor op en neer. Pa en moe zijn blijkbaar ook niet zo zuinig met andermans spullen, want ze doen er maar verder niets tegen. Ze zitten de hele dag in de caravan met airco. Ieder viert op zijn of haar manier een vakantie. Overigens, er staan meer Duitse caravans op zo'n scheve manier opgesteld. Waarom weet ik niet.
Achter onze camper staat een perenboom op de plaats van de buurvrouw. Zoals je weet doe ik graag cryptogrammen. Om mij volstrekt onduidelijke redenen kwam bij mij een cryptische beschrijving om hoog borrelen : kut met peren.(9). De oplossing : buurvrouw. Ja, sorry. Het kwam zomaar opzetten. Voer voor psychologen?

Een dode mus en kapotte uitlaat

verscholen onder de motorkap
We hebben ons zelf voor de keus geplaatst : van plek veranderen  op deze prachtige Weserbergland Camping, of maar helemaal verkassen naar een andere locatie, elders in Duitsland. De plek die ons was toegewezen was bij aankomst hier, al gereserveerd. We konden als onaangekondigde gasten tot Zaterdag blijven staan en daarna naar een andere plek verhuizen.
Vanmorgen, we lagen nog in bed, kozen we voor een vertrek. We houden ons aan ons voornemen om rond te trekken door Duitsland. We hebben de omgeving op de fiets verkend en verandering van spijs doet nog steeds eten.
We gingen tevreden weer op pad, nadat we alles weer hadden ingepakt en vastgezet. Het begint al te wennen, want we zijn steeds sneller klaar om de wagen gereed te maken voor vertrek.
Onderweg spraken we over de nare geur, die Fenna verspreidde. Sonja zei even later dat het was, alsof er onder de motorkap iets lag te stinken. De deken en het kussen van Fenna produceerden immers niet die nare geur.
KRAK!
Rijdend over de B64, op het moment dat ik net overschakelde naar z’n 5e versnelling, klonk een enorme knal! Fenna sprong een gat in de lucht. Dat doen honden niet van blijdschap. Dus.... Om onduidelijke redenen flitste door mijn hoofd : daar gaat de turbo. Maar die gedachte werd direct vervangen door : dat is de uitlaat. Deze wagen heeft immers geen turbo. Ik hoorde een zware bromtoon. De motor bleef keurig z’n werk doen. Niet veel verder bevond zich een tankstation. Daar  ben ik even onder de wagen gaan kijken. En ja hoor, de uitlaat was vlak bij de eerste demper afgebroken. Het was een mooie breuk. De boel hing verder nog keurig aan het chassis, dat scheelde. Ik zag ook, dat ik de breuk eventueel zelf zou kunnen repareren als tijdelijke oplossing. Met een paar stukken bierblik. Toch maar eerst even naar de kassa van het station. De vrouwelijke pompbediende was erg dienstbaar. Ze belde een nabij gelegen garage, maar die had geen tijd. Dus belde ik de ANWB. De laatste keer dat ik dat deed, was in 1997 toen de krik niet onder de Toyota Hi Ace paste. Ik stond toen in de natte sneeuw langs de A4 met een lekke band. De ANWB telefoniste had merkbaar geen Duits in haar vakkenpakket gehad. Hoewel het adres van het tankstation erg simpel en helder was, begreep ze niets van het adres : An der B64 nr 1. Het duurde nog wat langer, omdat ze niet wist onder welke pech-categorie ze een kapotte uitlaat moest registreren.....
Een kapotte uitlaat dus. Terwijl wij daar stonden te wachten wees Sonja op iets onder het raam bij de ruitenwisser aan de bestuurderskant. Ik nam een kijkje en zag een zwarte massa vol krioelende maden, en een paar vogelpootjes! Aha, dus daar kwam die nare lucht vandaan. Zo’n vier dagen eerder kregen we een vogel op de ruit. Sonja dacht dat het arme beestje, of wat er van over was, op de weg was gevallen. Nee dus. Het dode beestje had al die tijd vlak voor een ventilatierooster gelegen, verstopt onder de motorkap. We hebben de restanten met water weggespoeld en de nattigheid met de luchtslang van de bandenpomp weggeblazen. Voor de goede orde heb ik Fenna nog even aan aai over de kop gegeven, waarmee ik haar vast blij maakte met een dode mus.
Binnen een half uur stond een knalgele wagen van de Adac voor onze camper. We onderbraken onze lunch om de monteur te verwelkomen en te woord te staan. De Adac-man keek onder de bus en kwam weer lachend overeind. Hij zei in vloeiend Duits : “Niet ernstig. U bent zo weer op de weg.” Hij pakte een paar stukken verstelbaar pijp uit zijn wagen en ging aan de slag. Na nog geen 10 minuten was hij fertig. Ik moest de motor starten, zodat we het geluid konden horen. Dat viel reuze mee. De Adac-oplossing lekte wat uitlaatgas, maar dat was ook alles. Hij leek verdacht veel op mijn oplossing. Volgens de monteur konden we gewoon doorgaan met vakantie vieren. De uitlaat zat weer stevig aaneen. Eenmaal in Nederland moesten we de uitlaat vervangen. Als blijk van dank gaven we de monteur en de pompbediende een typisch Hollands souvenirtje : een paar klompjes. Ze vonden het prachtig. Mevrouw werd zelfs wat emotioneel. Die klompjes waren een slimme ingeving van Sonja toen we de reis aan het voorbereiden waren : typisch Nederlands strooigoed meenemen. Onder het motto : Je weet maar nooit.

Fietsen langs de Weser

Vanmiddag zijn we weer op de fiets gestapt. Dit keer richting het zuiden, langs de Weser. Het stadje Holzminden was ons reisdoel. De fietsroutes zijn vaak goed aangegeven. Het ontbreekt wel aan nadere aanduidingen. Het is meer in de geest van : die kant op. Of wel, een wit bordje met een rode fiets en een dito pijl. Het voordeel van fietsen langs een rivier is, dat Fenna af en toe even het water in kon. Ze kan behoorlijke afstanden lopend naast de fiets afleggen en krijgt het dus warm en verliest vocht. Zo’n rivier is voor Fenna koel- en drinkwater. We houden haar wel aangelijnd, want de stroming is erg sterk. Achter strekdammetjes valt het weliswaar mee, maar toch. Naar Bremerhaven fietsen om Fenna daar uit de Weser te vissen gaat ons te ver.
Het plan was om dichtbij de camping met een personenveer de Weser over te steken en dan te gaan fietsen. Het veer bleek pas een halfuur later te gaan varen. Dus besloten we aan deze kant te blijven en te fietsen. In het Weserbergland is het leuk fietsen, ook al moeten geregeld heuveltjes genomen worden. Op de heenweg genoten we van het mooie landschap. Na zo’n 10 km kwamen we in Holzminden aan, waar we eerst een brug over de Weser namen. Onderaan de brug, langs de rivier, was een leuk terrasje. Daar hebben we eerst een kop thee gedronken. Fenna kreeg van de klant- en hondgerichte serveerster een emmertje water aangeboden. Er kwamen op dat punt veel recreatiefietsers voorbij. Veel Duitsers, herkenbaar aan de helmpjes. Er lag een rondvaartboot aan de kade. Een groot aantal oudjes stond te wachten om aan boord te gaan. Ik was er te jong voor. Of zag ik er te jong uit? In overleg met de serveerster hebben we de fietsen en kar daar geparkeerd en zijn te voet naar het centrum gegaan. Daar hebben we wat rondgekeken en wat inkopen gedaan. Ik draag dus nu blauwe crocs. Nee, geen roze, zoals een meneer hier op de camping. Anders zou ie per ongeluk denken dat ik z’n vriendje ben. Immers, You never croc alone.
Overigens, het centrum kende een gezellig plein. Daar zouden met name bepaalde Flevolanders eens op moeten letten. De pleinen in de polder zijn vaak behoorlijk saai. De voorliefde gaat uit naar beton en steen en dus geen groen.
Dit keer zagen we de kerk van dichtbij. We hadden hem al vanaf de overkant gezien, maar enkel de toren. Sonja wees mij erop, dat de kerkdeur openstond. Tja, dan moet ik toch even naar binnen. Het was een Lutherse kerk met een herkenbaar interieur en mooie glas in lood ramen. Er klonk plechtige orgelmuziek. Het is mij nog steeds een raadsel, waarom zo’n kerk mij opeens als het ware omarmt. Alsof ik een verloren zoon ben, die weer teruggekeerd is. Ik voelde me weer erg ontspannen. Zoals gebruikelijk stak ik, na wat rondgekeken te hebben, vier kaarsjes aan voor onze overleden dierbaren. Ik deed dat in chronologische volgorde van overlijden. Om de een of andere reden plaatste ik de kaarsen in een soort van hiërarchische volgorde met helemaal bovenaan de kaars voor mijn lieve moeder. Die van mijn beide broers stonden onderaan naast elkaar.
De organist was inmiddels overgegaan op het stemmen van het orgel. Een dissonant in de spirituele sfeer. Voordat we de kerk verlieten, wierp ik nog even een blik op de metalen bol met kaarsen. Als een soort groet.
De terugweg bleven we aan de overkant. Die route leek nog mooier. Ik schrijf bewust ‘leek‘, want alles was nieuw voor ons. Na zo’n 9 km passeerden we onze camping, die dit keer aan de overkant lag. Zo’n twee kilometer verderop, bij de burcht van Polle namen het veer over de Weser. Voor twee euro werden wij met onze fietsen, een hond, een kar en een paar weggestopte crocs naar de overkant gevaren.

donderdag 4 augustus 2016

Ik, een dominee?

Een lief familielid zei naar aanleiding van mijn kijk op de wereld en de mensen ooit tegen mij : “Jij had dominee moeten worden.” Die uitspraak sloot wel erg aan bij de klachten van onze kinderen. Die zeiden dat ik te veel preekte en nog steeds preek. Het geeft te denken.
Onze kleinkinderen weten gelukkig (nog) niet wat een dominee is, dus ik kan ermee doorgaan. Ik heb geregeld Bijbelse teksten gebruikt. Maar meer om humoristische redenen. Zoals toen iemand erg naar promotie zat te hunkeren. Ik reageerde toen met : “Voorwaar ik zeg u, nog eerder gaat een kameel door de oog van een naald....”
Of als er weer eens geklaagd werd : “Is er geween in Israël?” Het viel me telkens weer op, dat collega’s met een kerkelijke achtergrond altijd moesten lachen. De goddeloze rest zag er de humor niet van in. Zelf heb ik geen dominee aan mogen horen, die mij met zijn preek geboeid deed luisteren. Die preken gingen in mijn beleving heel ergens anders over. Over voor mij on(be)grijpbare zaken. Niet over dagelijkse dingen. Zeg maar : niet over levensvraagstukken van een jonge puber die geregeld de hand aan zichzelf sloeg en daarna in stilte jammerde : “Mijn God, waarom doe ik dit?” Een vraag die mij later werd beantwoord door een verstandig persoon : “Omdat je onderweg bent van Wimmie naar Willem” Of andere vragen zoals : Waarom moet ik naar school? Waarom moet ik straks werken? Waarom moet ik straks kinderen opvoeden? Waarom zijn al die leuke dingen des duivels?
Sommigen hebben mij gevraagd of ik een volgeling was van Deepak Chopra. Vanwege de manier waarop ik dagelijks met mensen en het werk omging. En nee, dat was ik dus ook niet. Ik bezoek graag oude kerken, maar ik ben geen dominee. Ik ben gewoon mezelf. En dat is soms al erg genoeg.

Een tijdelijke camper

Hier op de camping verscheen een mooie zilverkleurige Ford Transit camper. Afgaande op de afbeeldingen aan de buitenkant dachten we te maken te hebben met een camperbouwer. Vanmorgen raakte ik in gesprek met de Nederlandse eigenaar.
Het bleek te gaan om een bestelwagen, die louter voor de grote vakantie omgebouwd is tot camper. Tussen de regels door begreep ik dat meneer een zzp’er is op het gebied van klussen. Hij heeft het interieur helemaal zelf ontworpen en gemaakt. “Daar heb ik genoeg machines en materialen voor”, zo zei hij. Na de vakantie kan het hele interieur snel verwijderd worden, zodat de bus weer als gewone bestelwagen dienst kan doen voor de dagelijkse werkzaamheden van meneer. Hij nodigde mij uit een kijkje te komen nemen. Al
pratend kwamen we op dezelfde problemen en bijna dezelfde oplossingen. Ook hij heeft een keer met een lege accu gestaan vanwege stroomgebruik voor de koelkast. Dat verhaal hebben we vaker gehoord. Ook hij, met name zijn partner, wil graag buiten koken. Zij hebben inmiddels ook een kleine jerrycan voor schoonwater, iets wat wij dus nog willen aanpassen.
Als opstapje gebruiken wij een krukje. Zij gebruiken een voorraadkistje. Hun opstapje is dus multifunctioneel. Dat idee lost een ’ruimte probleempje’ aan onze kant op.  Meneer dacht mij te verrassen omdat hij sterke magneten gebruikt met haakjes. Haha! Die hebben wij dus ook! Vanwege hun lengte slapen zij in de lengte richting van de auto. Hun bed is, opgemaakt en wel, volledig opklapbaar tegen de zijwand waardoor er overdag loopruimte is. Meneer heeft net als wij zelf een peesrail aan de wagen geschroefd voor een eenvoudige luifel. Ik heb in die bestelwagen weer dingen gezien en gehoord, die erg interessant zijn. Ik heb mijn lijstje met aanpassingen en overwegingen direct aangepast met wat op- en aanmerkingen.