Als ik naar mijn armen kijk, zie ik de armen van mijn vader. Armen op leeftijd met een uitdrogende huid. De smeerseltjes ten spijt. Ik drink geen bier en toch krijg ik een bierbuikje. Het zal wel zoiets als een tennisarm zijn. Over arm gesproken, mijn spieren beginnen mijn bewegelijkheid ook al behoorlijk zat te worden. Hoewel ik niet rook (nooit gedaan trouwens) piepen mijn longen bezwaren als ik me inspan. Een jaar of wat geleden kwam ik erachter, dat ik met gestrekte benen niet meer mijn tenen moet aanraken. Dat vinden bepaalde spieren in mijn rug niet meer oké. Gereedschap stevig vasthouden vinden mijn vingers en duim niet leuk. En mijn tenen op hun beurt ook niet, als er gereedschap of zo op terecht komt.
Zelfs mijn grijze massa wordt ouder. Nog niet zo lang geleden liet ie mij in een boom klimmen. Pas wat later toen ik op een tak zat bij te komen, kreeg ik het berichtje van hem : "Ik weet niet wat je aan het doen bent Willem, maar je bent de 70 al gepasseerd hoor!" Lekker dan.
Ik begin ook alle daagse woorden kwijt te raken. Er zijn natuurlijk veel synoniemen, maar dan moet ik die wel weten te vinden. Het is net alsof geleidelijk hersenfuncties uitgeschakeld worden. Grijze celdeurtjes die zich sluiten. Nog even en ik ga rijst met een vork en mes eten. Ouder worden. Ik moet er niet aan denken, maar mijn lijf en grijze massa herinneren me er steeds vaker aan. Daar worden ze steeds wel beter in.