Er werd een pakje bezorgd. Toen de bezorger had aangebeld, deed ik onder luid geblaf van Fenna de voordeur open. De bezorger was al bijna uit beeld, toen hij naar de grond wees. Ik keek mijn ogen uit, maar ik zag geen pakketje. Daar heb ik wel vaker last van als ik iets zoek. Mijn lieve moeder werd er soms boos over en soms moest ze erom lachen. De bezorger lachte ook. Hij bleef staan lachen en wijzen naar de grond, maar ik zag echt niets. Toen riep ie lachend : "Achter u, aan de deur!"
Wat bleek? Meneer had het pakje op het opstapje van onze kater Tom geplaatst! Toen ik de deur opendeed, draaide het met de deur mee achter mijn rug, uit zicht. Tja, ik heb niet zoals mijn lieve moeder ogen op mijn rug. Ik moest er trouwens wel om lachen; beetgenomen door de bezorger.