Ander blogs en websites

vrijdag 4 oktober 2019

Wat een chauffeurs!

Bij wijze van hoge uitzondering nam ik vanmorgen de auto om wat boodschappen te doen. Het regende behoorlijk en ik had dit keer geen zin om op de fiets te gaan. Dus toch maar de auto genomen. Ik heb op een stuk van nog geen 6 km drie situaties meegemaakt. Op een parkeerplaats was iemand in een SUV pogingen aan het ondernemen om de grote bak te parkeren. Hij wilde blijkbaar een vak inrijden en dan een stukje doorrijden om in het tegenoverliggende vak de auto parkeren. Meneer draaide veel te snel aan het stuur, waardoor hij bijna een geparkeerde auto schampte. Ik bleef even staan kijken, want je weet maar nooit. Het zal niet de eerste keer zijn, dat iemand na het aanrichten van schade gewoon doorrijdt. Na een paar pogingen lukte het hem de SUV geparkeerd te krijgen. Er was heel veel ruimte op de parkeerplaats, maar ja, lopen is erg vermoeiend. Toen ik terugkeerde zag ik hoe een mevrouw het portier van haar auto open zwaaide. Tak! tegen de auto ernaast. Ze bofte niet, want in die auto zat nog iemand. Er zijn mensen die lak hebben aan de auto's naast hen. Ze gooien doodleuk het portier open. Die mensen zijn aso's of ze barsten van het geld en kunnen zich niet voorstellen dat anderen hard moeten werken en/of lang moet sparen voor hun auto waar ze dan ook zuinig op zijn. Vandaar de geregeld gehoorde opmerking : "Het is maar een auto hoor!" Aso's dus.
Onderweg sloeg een jongen die deel uitmaakte van een groepje dat mij tegemoet reed, opeens linksaf. De auto voor mij maakte een noodstop, ik had al vaart geminderd vanwege het gedrag van de groep. Ik stopte dus op tijd. Er reed niets achter mij. De jongen werd net niet geraakt. Hij deed nog even lollig naar de beide inzittenden. Volgende keer maar minder hard remmen? Een tikje is genoeg.
Verderop, toen ik een kruising naderde, kwam er een Peugeot met hoge snelheid van links. De jonge vrouw had de rijstijl van : jij stopt voor mij. Maar ja, dan stop ik dus niet. Ze moest flink in de remmen (ik ook) en toen we stilstonden (de neus van haar auto stond op een halve meter van mijn portier) durfde ze mij niet aan te kijken.
Volgende keer maar weer op mijn fietsie. Dat scheelt veel paniekaanvallen.