Tijdens mijn dagelijkse bezigheden en gesnurk, denk ik soms aan mijn vader. Ik zie hem nog dagelijks zitten puzzelen. Met een dik puzzelwoordenboek, waarin hij bankbiljetten bewaarde om ze mooi glad te houden. Dat deed ie vanwege zijn vakanties naar Indonesiƫ. Daar stelde men die gladde briefjes erg op prijs. Al weet ik niet hoeveel roepia's ze extra opleverden. Puzzelen doe ik ook steeds meer. Zonder woordenboek en dus ook zonder bankbiljetten. Voor een fatsoenlijk woordenboek heb je namelijk bankbiljetten nodig.
Mijn vader begon na zijn pensionering ook aan liefdadigheid te doen. Hij verzamelde postzegels (we moesten vaak helpen ze uit enveloppen te knippen) en van de opbrengst kocht ie spullen voor bejaardentehuizen. Zelf krijg ik ook nog meer de drang hulp te verlenen. Ik probeer daarbij zo creatief mogelijk te werk te gaan. Dus met een zeer lage financiƫle investering een zo hoog mogelijk rendement zien te behalen. In wezen een voortzetting van mijn dagelijkse werkwijze.
Er wordt veel gratis of voor een appel en een ei aangeboden. In onze wegwerpmaatschappij valt nog veel te halen. Gratis, maar niet voor niks. Haha!