Het is inmiddels 155 jaar geleden, dat ons land de slavernij in Suriname en de Antillen afschafte. De tijd vliegt voorbij, de mentaliteit van die
zwarte donkere (ik moet even scherp blijven) periode is minder snel aan het veranderen. Want slavernij, daar doen veel Nederlanders nog steeds aan. Daarvoor hoef ik enkel naar de vele misstanden bij bedrijven en organisaties te kijken. Het betreft ongelijke behandeling, uitbuiting van personeel, mensenhandel, de manier van huisvesten en de transfermarkt. Arbeidskrachten uit andere landen worden onderbetaald, want, aldus de redenering, in hun eigen land krijgen ze ook weinig tot niets. Helaas kan men ze niet meer helemaal zonder betaling aan het werk zetten, want er is nog zoiets als handhaving. De herdenking van de afschaffing van de slavernij zal veel meer een nationale bezigheid moeten zijn en geen lokale in grote steden. Ik zie een enorm verschil met de aandacht voor Veteranendag en/of de Dodenherdenking. Bij die herdenkingen wordt nauwelijks stilgestaan bij de situatie in het voormalig Nederlands Indiƫ en hen die daar gestreden en/of omgekomen zijn. Ook hier wordt dezelfde lijn van desinteresse of ontkenning getrokken.
De manier waarop men met de gedupeerde Groningers omgaat en de dividendbelasting valt wat mij betreft ook nog onder de beruchte VOC en WIC mentaliteit. Een mentaliteit waar zelfs een minister president anno 2006 zich trots over uitliet. Het bewijst hoe diep het in de genen van bepaalde Nederlanders geworteld is. Zij noemen het netjes "Handelsgeest". Het zal een goede zaak zijn, om onze geschiedenis wat meer in te kleuren zodat een meer realistisch beeld ontstaat van onze historie en hun helden.
Zelf begon ik me veel meer bewust te worden van de slavernij, toen ik begin jaren 60 op CuraƧao woonde. Ik maakte kennis met de Zuid Amerikaanse geschiedenis, die o.a. een heel andere kant van de VOC en WIC liet zien. Ik hoorde daar ook voor het eerst over de slavenopstand van
Tula. Op dat mooie eiland heb ik ook ervaren hoe Nederlanders de lokale bevolking hun wil oplegde. Voor de eigen identiteit van de oorspronkelijke eilandbewoners en hun cultuur was nauwelijks begrip noch plaats. Die situatie bracht me in verwarring. Alles moest op z'n Europees gebeuren. Een restant van de slavernij.