Ander blogs en websites

zaterdag 23 januari 2021

Zowaar een rotmof

Als kind hoorde ik enkel buitenshuis over de rol van de Duitsers in de oorlog. Daar hoorde ik ook de termen rotmof  en NSB'er voor het eerst. Later hoorde ik ook mijn vader het woord rotmof (of in met meervoud) bezigen. Ik vond het toen raar van hem, want hij heeft gedurende de oorlog tegen de Jappen gevochten. Met name in de Zuid Chinese Zee. Misschien was het een gevolg van verhalen of ervaringen van zijn ouders, mijn oma en opa. Hoe zij de oorlog doorgekomen zijn weet ik niet. Ik heb hen over die periode nooit iets horen zeggen. Opa was toen al met pensioen en was ongeveer 57 jaar.
Ik heb als jochie in de jaren 50 boodschappen gedaan voor een Duitse ex-militair. Hij woonde met zijn vrouw naast ons. Dat moest ook in het geniep gebeuren, vanwege de naoorlogse sfeer. Zowel tijdens mijn vakanties in (West-)Duitsland als later in het restaurant, ben ik geen rotmof(fen) tegengekomen. Ze waren voor mij gewoon Duitsers, die mij vriendelijk overkwamen. Oké, niet altijd in het restaurant. Onder de Duitse gasten bevonden zich ook lomperiken. Maar ook toen heb ik nooit gedacht : "Wat een rotmof!" Nee, die gedachte kwam pas in 2003 bij mij opzetten. 
Zittend achter mijn bureau ging plots de deur met een grote zwaai open. Hij sloeg met een luide klap tegen de kast erachter. In de deuropening stond een meneer, die ik niet eerder gezien had. Hij begon te schreeuwen tegen een externe medewerker van mij. Hij schold hem zelfs uit. In het

Nederlands met een zwaar Duits accent. En dat alles vanwege een verslag, dat niet bij het bestuur terecht was gekomen. De medewerker had het verslag gemaakt en aan de directeur gegeven. Daar had de directeur om gevraagd. Helaas werd de directeur ziek en zodoende is het verslag niet bij het bestuur terechtgekomen. Hoewel de medewerker rustig bleef en probeerde de schreeuwlelijk uit te leggen wat er gebeurd was, bleef de man in de deur schreeuwen tegen hem.
Intussen heb ik het kippenvel op mijn armen staan en ging mijn hart flink tekeer. Zo'n situatie had ik niet eerder in mijn loopbaan meegemaakt.
Later bleek de schreeuwlelijk een interim directeur te zijn geweest. Hij was aan niemand voorgesteld. Hij was een gebrekkig Nederlands sprekende Duitser. Na dit incident begonnen de pesterijen van de kant van de interim. De pesterijen gingen vergezeld van racistische en discriminerende opmerkingen tegen mijn persoontje. Hij zei onder meer dat bruine mensen niet intelligent en onbetrouwbaar waren. En dat ik manipuleerde met mijn voortgangsverslagen. Om die reden liet hij mijn werk en de status van de IT in het algemeen een keer door een extern bureau doorlichten. Ik heb nooit iets vernomen omtrent de bevindingen. Telkens als hij mij schoffeerde gebeurde dat onder vier ogen, bij hem op kantoor. Dan beweerde hij steevast dat ik mijn werk niet deed. Of niet goed deed. Ik liet hem maar telkens uitrazen. Voor mij reden om bij elke afspraak met hem te zeggen : "Ik moet weer op het strafbankje. Meneer wil zijn hart weer luchten." Ik heb hem een paar keer gevraagd, waarom hij zo tegen mij deed. Dan boog ie zijn hoofd en zei niets. Een keer vergaloppeerde hij zich in bijzijn van ander personeel. Dat eiste van de rotmof dat hij mij zijn excuses zou aanbieden. Dat wilde hij niet doen in bijzijn van hen. Dus kwam ik weer op de strafbank van die rotmof terecht. Geen excuses, maar wel weer een tirade.
Uiteindelijk bleek meneer Rotmof met een dubbele agenda bezig te zijn geweest. Een agenda die in opdracht van het bestuur de IT moest gaan uitbesteden. Het 'dure' personeel moest hij zien kwijt te raken. Vandaar zijn pestgedrag. Misschien hoopte hij dat ik hem op zijn gezicht zou timmeren, zodat men mij kon ontslaan. Maar ik bleef rustig, dus boekte hij geen resultaat. Om die reden beschuldigde hij mij (Hoofd IT) en een collega(Hoofd Systeembeheer) in een ultieme poging van fraude. Ik heb hem voor de rechter gesleept. Ik won de zaak (meneer had nota bene zelf de bewijsstukken in elkaar gezet!), maar de hele situatie kende enkel verliezers. De rotmof werd niet veel later door het bestuur weggestuurd. Tot op heden is hij de enige, echte rotmof voor mij. De uitzondering, die de regel bevestigt : Duitsers zijn aardige mensen.