Mijn lieve moeder was erg gelovig. Nou, dat heb ik dus geweten. Naar christelijke scholen, de zondagsschool, catechismus, jeugddiensten, bidden voor en na het eten, twee bijbels in huis, op zon- en feestdagen als opgeprikt erbij zitten en..... seksuele voorlichting. O gut, dat laatste was nog de grootste tegenvaller. Maar daar heb ik al eens over geschreven. Van de rest ben ik niet slechter geworden, hoor. Zelfs wat beter, vind ik.
Het geloof gaf mijn moeder kracht en steun, zo zei ze eens. Misschien is het geloof tijdens haar verblijf in het Jappenkamp gegroeid. Nood leert immers bidden. Wat ik nou zelf zo fijn vond en nog steeds vind, is dat ze ons op zeker moment de ruimte heeft gegeven zelf invulling te mogen geven aan het geloof. Ze stopte met ons dwingen naar kerkdiensten te gaan, belijdenis te doen enz. Wat een vrijheid! Weg met dat christelijke keurslijf. Dat fijne gevoel heb ik goed onthouden en later ook zo geprobeerd over te brengen naar onze kids. Ze moesten wel kennisnemen van het geloof, maar mochten zelf bepalen wat zij ermee wilden doen. Dit nummer zou mijn moeder erg mooi gevonden hebben. Tenminste, als ze het vertaald zou hebben naar haar geloof :