Er kwam hier iemand aan de deur, omdat een buurtbewoner de verlichting van zijn auto had laten branden. De lampen-luider had bij de eigenaar aangebeld, maar er werd niet opengedaan. Ik heb de melding maar overgenomen en bedankte hem voor zijn attente houding.
Ik weet dat de buurtbewoner na het avondeten even op bed gaat liggen. Dus heb ik hem via de deurbel aan de achterzijde van de woning en wat getik op het raam van zijn slaapkamer van zijn bed gelicht. Na veel gedoe, meneer is zeer slecht ter been, kwam hij bij de deur. "Ik kom eraan hoor!", riep ie. Na weer veel gedoe, dit keer met een bosje sleutels, waarvan natuurlijk pas de laatste in het slot paste, ging de deur open. Ik groette hem en wees zwijgend naar zijn auto. "O, ik heb de lichten niet uitgedaan", reageerde hij lachend. Ik vroeg of ik ze voor hem uit zal doen, maar dat hoefde niet. Hij pakte zijn stok en liep moeizaam naar zijn auto. Het was ongeveer een meter of 10, maar het duurde alsof het er 100 waren. Ik liep voor alle zekerheid vlak naast hem, want hij was niet bepaald in balans. Bij de auto begon hij weer in de bos sleutels te zoeken. Toen het portier van zijn auto eindelijke openging, hoorde ik een luide pieptoon van het alarm. Meneer nam plaats achter het stuur en deed het licht uit. De pieptoon verstomde. "Start de auto nog?", vroeg ik. "Ja hoor, want ik ben net thuis", was zijn reactie. Dat leek mij sterk, want het waren de grote lampen die nog heel flauw brandden. Hij draaide de sleutel een slag om. De lampjes op het dashboard floepten aan. "Zie je, hij doet het hoor", zei meneer. Ik drong toch maar even aan om de motor te starten. Toen hij dat met tegenzin probeerde hoorde ik enkel een klik onder de motorkap vandaan komen. De accu was zo dood als een pier dus. Ik vroeg hem of hij niet het alarm van de verlichting gehoord had, toen hij na thuiskomst uitstapte. Hij vroeg : "Welk alarm?" Ik dacht : "Laat maar."
Meneer hoefde morgenochtend niet weg, dus bood ik aan om de accu dan voor hem op te laden. Maar dat wilde meneer niet. Hij wilde per se de garage bellen voor hulp. Prima, ook goed. Nadat hij zich moeizaam uit de auto gehesen had en hem had afgesloten, heb ik met hem naast me de 10 meter in de tijd van 100 meter afgelegd tot aan de deur. Meneer ging weer plat, zo zei hij.