Onlangs zag ik een documentaire over de stad Groningen. Daar heeft men de eerste stappen gezet naar een tijdperk waarin waterstof een cruciale rol gaat spelen in onze energievoorziening. Ik mag dan geregeld tegen links schoppen, dit keer petje af voor vooral GroenLinks van die stad.
In Groningen is men al zover, dat een betrokken toeleverancier zelfs de aandacht heeft van de Japanse autofabrikant Toyota. Het Gronings bedrijf heeft al diverse gemeentelijke voertuigen omgebouwd, zodat ze waterstof als energiebron gebruiken. De waterstof wordt omgezet in elektrische energie om de motor aan te drijven. De uitstoot blijft beperkt tot water.
Eerlijk gezegd kon ik tussen geen enkel betoog een speld krijgen. Het was een verhaal dat open was, zonder zaken verborgen te willen houden. Wat mij ook erg aanspreekt is het feit dat eerdere investeringen, die vooral in de jaren 60 gedaan zijn voor de infrastructuur om aardgas te transporteren en te verdelen, niet verloren zullen gaan. Het netwerk is zonder al te ingrijpende wijzigingen ook voor waterstof inzetbaar. Het is vrij eenvoudig reserves aan te leggen, terwijl het opslaan van elektriciteit aanzienlijk lastiger is. Ik begrijp best waarom men voor waterstof wil gaan.