De uitzending rond de getraumatiseerde veteranen deed een en ander bij mij opborrelen.
"Goede morgen?", wat nou "Goede morgen?!" Ach ja, die tijd heb ik ook gekend. Niets was immers goed en ik kon om het minste of geringste boos worden. Het enige wat ik wilde was rust. Alles wat ik te horen kreeg werd in mijn hoofd vertaald als gezeur, onnodig lawaai en brandstof voor onrust en boosheid. Begrepen willen worden was wel een ding. Maar uitleggen wat ik precies mankeerde, lukte mij niet. Ik trof geen lotgenoten die aan een half woord genoeg zouden hebben. Ook onder de therapeuten bevonden zich geen ervaringsdeskundigen. Hun adviezen sloten niet aan op datgene wat ik hen net verteld of gevraagd had. Alsof een helpende handreiking telkens weer net de mijne mist.
Er waren ook mensen die mij aanspraken op mijn gedrag. Volgens mijn dagboekje heb ik zelfs een paar keer daarvoor mijn excuses aangeboden. Zo verward was ik. Ik kon het die mensen niet kwalijk nemen. Ze begrepen mij immers niet. Ergens was dat maar goed ook, want dat betekende dat ze zelf geen trauma's hebben opgelopen. Ik liet ze maar en begon hen te ontlopen. Voor mijn eigen bestwil.
Achteraf gezien begon de neergang al ergens in het najaar van 1997. Nog verder terug in de tijd een nummer van wijlen Kate Wolf. De jaren 80, waar blijft de tijd?