Soms vraag ik me dat af. Ik kom namelijk uit de tijd, waarin men met een gerust hart een touwtje uit de brievenbus kon laten hangen. We hoefden niet bang te zijn voor inbrekers en/of verslaafden die op zoek waren naar geld en goed. Het fietsslot werd nauwelijks gebruikt. Dat was ook maar een eenvoudig stukje ijzer, dat met wat kippenkracht geopend kon worden. Maar ja, wie steelt er nou een fiets? Dat ding kostte geld en was nodig om te werken, geld te verdienen. Er was ook een grote bereidheid elkaar te helpen.
Ik heb de mini mode nog meegemaakt. De jonge dames in ultra korte rokjes. Dat kon, want wij hadden geleerd onze handjes thuis te houden en de dames te respecteren.
Toen ik mijn eerste motorfiets kocht, kreeg ik te maken met een vakman. Net zoals later, toen ik mijn Fiat kocht. Gewoon op basis van vertrouwen zaken doen. Op de scholen heerste er toen nog orde en discipline. Wie de regels overtrad kreeg straf. Geen psychologisch onderzoek of therapie, maar gewoon straf. Desnoods een pak op je donder. Ik ben er niet slechter van geworden.
Pa ging naar werk en ma deed eht huishouden en zorgde voor de kinderen. In die tijd was er ook sprake van militaire dienstplicht. Daar leerde je niet alleen de kadaverdiscipline kennen, maar vooral ook jezelf. Het was heel gewoon iemand even op iets te attenderen, zonder een agressieve reactie te krijgen. Het huis werd verwarmd met steenkool, men gebruikte veel glas, papier en blik als verpakkingen. Materialen die gemakkelijk hergebruikt konden worden. In de landbouw en veeteelt deden boeren hun ding, zonder last te hebben van andersdenkenden. Er is veel veranderd. Maar niet alles wat verandert, is beter dan toen.
De deuren, fietsen, auto's gaan op slot. De dames moeten bedekt gekleed gaan en onder begeleiding, de vaklui hebben plaats gemaakt voor leugenaars en bedriegers. Onderwijzers hebben geen gezag meer. Er is altijd wel iemand die het opneemt voor degene die een overtreding begaan heeft; straffen is uit den boze.
Om rond te komen moeten zowel pa als ma werken. De kinderen worden uitbesteed. De militaire dienstplicht ligt in de koelkast; de (zelf)discipline is verdwenen. Mensen zijn nauwelijks aanspreekbaar. Het milieu is vervuild met kunststof. Het wij-gevoel is verdrongen door eerst ikke. In mijn tijd moest een iemand de kost verdienen, nu zijn het er twee. Dus ja, ik ben ouderwets.