Vanmorgen heb ik uitgeslapen. Tja, het is zaterdag en het weekend moet van mij toch wat anders verlopen dan doordeweeks. Ik heb weer erg vast geslapen. Zo vast, dat Sonja naar mij heeft liggen luisteren. Naar mijn gesnurk en ademhaling. Ik hing aan de rand van een afgrond en deed verwoede pogingen om mijn vege lijf te redden. Vreemd genoeg wilde ik me niet laten vallen, ondanks dat ik wist dat ik droomde. Normaal gesproken zou ik toch niet zo lang kunnen blijven hangen? Al dat gewicht en dan met de opkomende reumahandjes. Ondanks al die inspanning werd ik uitgerust wakker.
Vanmiddag was ik ook weer druk bezig. In de loods. Op een zoldertje daar was het een bende. Daar lagen sinds de verhuizing veel surfspullen op de grond. Ik heb de surfplanken opgehangen en de masten een apart plekje gegeven in een hoekje. Daar staan ze keurig rechtop bijeen.
De zeilen heb ik onder de planken op de grond gestapeld. Al met al was ik zo'n 2 uur bezig. Maar het resultaat mag er zijn in de vorm van loopruimte.
na het schuren
Daarna heb ik het rechter achterportier van de werkbus te grazen genomen. Onderin was een hoek aan het wegroesten (er zaten zelfs gaten in), terwijl halverwege de deur ook roestvorming ontstaan is. Omdat de vakman van plan is een andere, gebruikte deur te monteren en de zoektocht nogal lang duurt (zelfs in Duitsland nauwelijks te koop), heb ik gekozen voor een tijdelijke reparatie. Ik heb de plekken met de slijptol geladen met een lamellenschuurschijf geschuurd, totdat ik blank metaal zag opdoemen. Daarna heb ik het stuk schoongeveegd met een doek en toen de boel in een roestomvormer / grondlak gespoten. Toen dat spul droog was, heb ik er polyesterplamuur opgesmeerd. Een dikke laag, want net boven de hoek van de deur was de boel zo goed als weggerot. Die dikke laag staan nu uit te harden. Als dat proces klaar is, ga ik de boel schuren en verder afwerken.
