Op de vrijdagen heb ik de meeste van mijn ongelukjes gekend. Variƫrend van gebroken ruiten tot een fietser die tegen mij aan reed en een kleine slippartij op de motor. Dat laatste gebeurde nagenoeg in stilstand. Na het monteren van een nieuwe achterband, die dus nog glad was van een conserveringsmiddel, wilde ik een korte draai maken. Toen gleed de achterkant weg. Oeps!
Vandaag ging het dankzij mijn oplettendheid toch nog goed. Rijdend in de auto in een 30 km gebied zag ik bij het naderen van een zebrapad, links op het trottoir, een meneer in een scootmobiel mij tegemoet rijden. Hij reed nogal snel, wat bij mij de indruk wekte dat ie gewoon rechtuit zou blijven rijden. Maar mijn voelwater zei anders, dus minderde ik vaart en hield mijn voet bij de rem. En ja hoor, vlakbij het zebrapad sloeg ie pardoes linksaf richting de rijbaan! Zonder richting aangeven en zonder snelheid te verminderen reed hij vlak voor me het zebrapad op. Het geheel ging veel sneller dan wanneer iemand loopt. Gelukkig voor hem kon ik op tijd remmen. Meneer keek mij aan, terwijl ik met het hoofd schudde. Ik denk dat ie begreep waarom, want hij stak zijn hand op en groette mij met een knikje. In veel andere gevallen blijven mensen dan strak voor zich uitkijken.
Ik weet dat ook dit soort voertuigen voorrang hebben op zebrapaden. Maar dit was een gevalletje van onbesuisd voorrang nemen. Gelukkig anticipeerde ik tijdig en had vooral meneer geluk en ik geen pech.