We zitten in een gebied waar o.a. asperges geteeld worden. Tja, dan ontkom je er niet aan om ook iets van dat witte goud in te slaan. Op de laatste dag van ons verblijf in het Limburgse besloot ik toch maar wat van die witte stengels te gaan kopen. Tijdens een van onze fietstochten passeerden we een groentewinkel annex aspergekwekerij. Daar ben ik vanmorgen alsnog naar toe gereden. Ik moest wel weer de Maas over om bij die winkel te komen. Sonja bleef achter bij de camper om alvast met de voorbereidingen van ons vertrek te beginnen. Met Fenna als toeschouwer annex in-de-weg-loper.
Inclusief de oversteek was het ongeveer 6 km fietsen. Dus dat viel best mee. Onderweg maakte ik nog even een foto van een fraaie oude kasteelboerderij genaamd Kaldenbroek. Al rond 1400 wordt het pand al in geschriften genoemd als Huys tot Caldenbroick. Oorspronkelijk was het een kasteel dat rond 1550 door de Spanjaarden geheel conform hun volksaard werd geplunderd en gesloopt. Het huidige kasteel dateert uit de 16e eeuw en staat op de Monumentenlijst. Het veerpontje dat mij over het water moest brengen lag langs de kant te wachten. Op mij, want ik was de enige die de oversteek รก 70 eurocent maakte.
In de winkel, een soort kas, was een groot aanbod van fruit, groenten, sapjes, aardappels enz. Ik kon kiezen uit verschillende kwaliteiten van de asperges. Eerlijk gezegd zag ik niet direct het verschil tussen al die witte stengels, die onder theedoeken waren afgedekt. Maar de eigenaresse hielp mij vriendelijk met het kiezen. Voor een euro extra kon ik de aankoop laten schillen. Ik had de schilmachine al zien staan en ik wilde dat ding weleens zien werken. Mevrouw zette het apparaat aan en stopte een asperge in zijn bek. Ik zag dat het staafje door blauwe draaiende rollers door de machine werd getrokken. Onderweg passeerde het diverse schilmesjes, die elk in een andere stand stonden. Dusdanig, dat het ronde geval van alle kanten geschild werd. Tenslotte werd de kale asperge in een bak water uitgepoept. Ik bekeek het proces met de nodige leergierigheid. De machine was in wezen een heel erg simpel concept. Je kunt er ook wortels in stoppen of iets anders dat recht en lang is en dat aan een schilbeurt toe is, fantaseerde ik. Ik werd wakker geschud doordat mevrouw "Klaar!" riep. Ze pakte de geschilde asperges uit het bakje met water en verpakte ze in een leuk pakketje dat met een rood-wit-blauwe strik werd dichtgebonden.
Weer bij de Maas aangekomen had ik geluk. Het pontje was onderweg naar deze kant. Ik maakte nog ene praatje met een meneer met een vouwfiets. Zijn veters waren los en ik maakte hem daarop attent. Meneer wist ervan, deed er niets aan en begon te vertellen over een stoombootje dat naast ons op een helling stond. "Dat was van mij, maar ik heb hem moeten verkopen", zei hij wat triest. Meneer kwam mij niet bepaald helder over. Een blik in zijn fietstas leerde mij waarom. In de tas zag ik een stuk of zes flesjes bier rechtop staan. Met dop. En drie zonder dop. Hij ging aan de overkant op een bankje naar het water kijken, zei hij. Toen we aan de overkant waren zei hij hoopvol : "Misschien koop ik mijn bootje volgend jaar weer terug!" Ik nam afscheid en trapte naar boven. Onderweg dacht ik : "Volgend jaar dus. Zou hij dan genoeg lege flessen hebben om van al het statiegeld zijn bootje terug te kopen?"