Ander blogs en websites

woensdag 18 maart 2015

Tussen kop en staart

Ingezonden

De meeste mensen weten dit regeltje wel af te maken met: ,,....zit de meeste vis"
maar dat het ook pepesan kan zijn weet ik pas sinds kort. Maar dan alleen maar met makreel?, waarom eigenlijk? Het toeval wil, dat ik het woord pepesan onlangs voor de eerste keer van mijn leven hoorde noemen. En nu Willem dat woord ook nog eens le(tt)(kk)erlijk in de mond neemt, weet ik het zeker: het móet wel lekker zijn. Maar vreemd genoeg heb ik het nog nooit geproefd terwijl ik wel een echte liefhebber ben van één vis, op mijn bordje, en ook van het meervoud: vissen (met een hengel.). Tijdens het nagesprek over een dag 'makreelvissen' op de Noordzee vertelde een van de leden van onze hengelvereniging, een zogeheten 'half'-Indonesische, dat zij zelf thuis pas nog een paar makrelen had gerookt en er daarna pepesan van had gemaakt. Net als bij Willem ging ook bij haar het grootste deel ervan in de diepvries want immers: 'wie wat bewaart heeft wat'. Het lijkt overigens wel alsof pepesan een 'indo-patent' heeft, want hoewel ze mij allebei het 'zee-water' in de mond praatten hielden ze het recept ervan, bewust of onbewust, voor zich maar daar komen wij heus nog wel eens achter hoor!
Toch was ik een paar jaar geleden al eens halverwege met de bereidingswijze van pepesan toen ik een hobby-visroker een avond en een nacht heb geassisteerd bij het roken van 420 makrelen! Met z'n zessen hadden we een succesvolle visdag op de Noordzee gehad en kwamen thuis met een kruiwagen vol (of zoiets) makrelen. Gelukkig was een buurman van onze dochter, met een hobby-visrokerij, tijdig ingeseind en deze was gewoontegetrouw bereid de rookklus te klaren. Gelukkig maar want makreel is een kwetsbare vissoort die, vooral bij warm weer, snel aan bederf onderhevig is en dus zo snel mogelijk verwerkt moet worden. De buurman had al twee grote kunststof kuipen klaargezet en deze gevuld met spoelwater resp. zout water waarvan bij de laatste het vereiste zoutgehalte zorgvuldig was aangemaakt. Nadat de makrelen netjes schoongespoeld waren lagen ze een tijdje in het zoutbad en daarna werden ze in rijtjes van tien aan spiesen geregen die voor het uitlekken ergens werden afgehangen. De volgende behandeling was het 'drogen' in de oven, totdat de huid van de vis een beetje perkamentachtig werd. Pas daarna kon het echte roken van de eerste lading van 8 x 10 makrelen beginnen. De uren wachttijd werden gevuld met ellenlange gesprekken, een biertje en een sigaretje. Tja, in die tijd rookten wij ook onszelf nog maar daar zijn we op een gegeven
moment toch maar mee gestopt. De eerste lading makrelen was laat in de avond nog maar net gereed of een paar 'buren-neuzen' kwamen al om de hoek geslopen voor het traditionele, opgerolde krantje met een heerlijke portie warme vis en zo genoot de hele buurt mee. Die ‘genoten’ natuurlijk ook van de rookstank; dus voor wat, hoort wat! De nacht daarna was lang en vermoeiend voor ons beiden want de biertjes en het ‘gaar?-proeven’ tussendoor, bij elke volgende lading van 80 makrelen, liet zich gelden. Tegen de morgen waren we, na meer dan 12 uur zitwerk, dan ook suf-gel#ld, uit-gel#ld, én ‘uit-geróókt'. Wij waren helemaal 'leeg', maar de kruiwagen in het begin van dit stukje óók en daar ging het toch om. Na een stevige douche stapte ik op de fiets en ging naar huis met zes makrelen in een opgerold krantje onder de arm. ,,Maar 6 ?!". ,,'Die vis werd duur betaald'?" Ach, wat maakt het uit want in dat mooie, ouderwetse straatje wordt nog steeds 'met gesloten beurs betaald'. Ging het in de hele wereld maar zo. "Doe wél en zie niet om", maar beter nog: "zie wél om en doé óók wél!” (voor elkaar) Zoals sommige mensen, in o.a. Dronten, al ‘Wéldoen’.

Fan-tilator