woensdag 15 januari 2014

Mijn 2 wielers -Op de Magneet-

Na mijn terugkeer van het mooie eiland Curaçao, kwam ik al snel in aanraking met de gemotoriseerde fiets, of wel de bromfiets. Er stond eind 1963 een oude bromfiets in een van de kippenhokken van mijn opa in de Koningstraat. Samen met mijn broer Joop hebben we dat ding opgehaald toen we naar de Splinterlaan waren verhuisd. We kregen dat oude ding wonderwel aan de praat en dus was het rijden geblazen.
Sindsdien hebben we samen veel aan brommers gesleuteld en gelachen. We dachten veel stiekem te doen, maar ja, zoals zoveel moeders had ook die van ons overal ogen en oren. Soms mopperde ze over de vlekken op onze broeken, of over een krom keukenmes, een afgebroken kurkentrekker of een vreemd gevormde jus lepel. Allemaal keukengereedschap dat je normaal niet in verband zou brengen met het rijden op een bromfiets. En dan heb ik het maar niet over de lucht van Castrol kettingvet in de keuken en de geur van carterolie die bepaalde pannen afgaven.
Tussen het schuurtje en het huis waren waslijndraden gespannen. Daar hing dus schoon wasgoed, zoals lakens. Normaal gesproken loop je daar ver omheen met je vieze vette handen, maar ja soms had je haast.....
Ik heb zelf nooit een bekeuring gekregen. Mijn broer wel. Hij had met een staaf betonijzer pardoes een gat in de uitlaatdemper van zijn splinternieuwe blauwe van witte beenkappen voorziene Honda C310 geslagen! Tijdens zijn brullende maidentrip over de Leidse singels, werd hij ter hoogte van het Schuttersveld subiet staande gehouden. Hij waagde nog te zeggen dat ie hem zo had gekocht....
Toen ik slaagde voor mijn Mulo diploma, kreeg ook ik een jaartje later een fraaie brommer. Het was een Magneet. Mijn pa had hem voor mij geselecteerd en gekocht op de Hoofdstraat tegenover de kleuterschool bij de zaak van Snijders /Van Rossum. Ik vond het best, want ook een gegeven
ahum, hoe zo olievlekken?
Magneet-paard mag je niet in de bek kijken. In die tijd kon een brommer nooit hard genoeg gaan. Dus kwam er een grotere carburateur op het 2 versnelling Sachs blok en werd er wat van de in- en uitlaatpoort weg geslepen en de kop afgevlakt. De firma Struik in Leiden (Groenesteeg) kreeg er een paar klanten bij. Soms deden we maar wat, vaak op grond van geruchten uit het tienercircuit. De Magneet zag er weliswaar sportief uit, maar eigenlijk was het een ordinair bonk ijzer met dat zware frame en beplating aan beide kanten.
Ik ben één keer achterna gezeten door een politieauto. De jacht begon op de Hooigracht, waar ik in racehouding op de Magneet richting huis ging. Maar via wat steegjes wist ik aan de Leidse Hermandad en een prent te ontsnappen. De kleding die ik toen droeg heb ik heel lang thuis aan de kapstok laten hangen. Op de rode Magneet reed ik heen en weer naar de HBS in de Kagerstraat in Leiden. Over de singels. Op de foto bungelt nog de toen bekende Esso tijgerstaart aan het stuur. Die hoorde eigenlijk om de vulopening van de tank te zitten ('Stop een tijger in je tank!"), maar daar zat al zo'n schuimplastic sponsje omheen. Er kwam ook een zwart wit geblokte spatlap achterop. De kabels waren met zwart witte omhulsels bekleed.  Het was immers de tijd van pop-art. Het rode stuurkapje had ik zwart gespoten. Er zat een sticker op van Abarth. De dubbele veerpoten achterop vond ik flink afbreuk doen aan het geheel. Maar met enkele poten was niet te rijden. Ik reed ook op dat ding heen en weer naar mijn horecabaantje in Katwijk aan Zee. Eerlijk gezegd weet ik niet meer wat er met de Magneet gebeurd is, nadat ik voor mijn HBS diploma slaagde en mijn nieuwe baantje Zandhaas werd. Maakt niet uit, want ik had immers mijn motorrijbewijs gehaald.