Ander blogs en websites

vrijdag 3 januari 2014

Lopen of hippen?

Ingezonden n.a.v. Genieten van vogels :

Waarom lopen eenden, en hippen mussen? Om vooruit te komen. Als kind vonden we het leuk om met die vraag vriendjes en/of klasgenoten even te foppen. Maar het is ook leuk om te zien hoeveel verschil er is bij het zich voortbewegen, anders dan vliegend, door verschillende soorten vogels. Een paar voorbeelden: een boomklevertje b.v. kan als enige zowel omhoog als omlaag langs de stammen van naaldbomen rennen. Dat doet hij met kleine rukjes, maar nooit met het kopje naar beneden, dus altijd achterste voren. De boomkruiper daarentegen klimt met kleine sprongetjes in een spiraalvormige bewegingslijn langs boomstammen omhoog en zoekt daarbij met zijn daarvoor zeer geschikte snavel in de boombast naar insecten en spinnen. Deze vogeltjes gebruiken hierbij hun stugge staartveren als steuntje op de boomstammen. Een ekster loopt niet, en hipt ook niet. Nee, een ekster flaneert (,,...kijk mij eens...!"), de borst vooruit en met regelmatige, welbewuste stappen, alsof hij in een parade meeloopt. Iedere keer als hij in zijn glanzend, zwart-witte verenpak over de dakrand van mijn garage marcheert moet ik even grinniken. Wat een patsertje zeg, maar wél heel leuk om te zien. Als hij wegvliegt zweeft zijn lange staart een beetje slordig achter hem aan en het lijkt alsof die elk moment uit zijn achterlijf los kan raken en naar beneden zal dwarrelen. Dat zou niet best zijn want als hij bovenin een hoge boom zit, pal in de wind, dan heeft hij zijn staart hard nodig om zich in balans te houden op een tak die heen en weer zwiept. Het is echt de moeite waard om een ekster op zo'n moment een tijdje gade te slaan; alsof hij bezig is met een circusact. Zijn staart gaat op en neer in een onvoorspelbaar ritme als het stokje van een onzichtbare dirigent. Een ekster is intelligent en ik was eens getuige van zijn slimme manier van foerageren. Ik zag Gerrit eens, zo noem ik hem soms, regelmatig in onze voortuin in een plant duiken en wegvliegen met iets wits in zijn snavel. Ik dacht ,,...verhip!, pikt hij daar nou de verse knoppen uit onze kerstroos...? ,,...Daar ben ik het niet mee eens...". Maar nee, het bleken kluitjes macaroni te zijn die meneer eerder, ergens in de buurt, had opgescharreld en had verstopt in onze plant en als hij trek kreeg kwam hij even langs. Een reiger, die in een sloot, een hapje hoopt te verschalken loopt niet, en hipt ook niet. Nee, die schrijdt a.h.w. naar de slootkant en tergend langzaam, plaatst hij de ene poot voorbij de andere poot zonder verder ook maar iets in zijn houding te veranderen. Roerloos staat hij daarna aan de waterkant, half voorovergebogen, en zijn blik strak op het water gericht, maar zodra er een prooi binnen zijn bereik is gekomen schiet de kop met de lange snavel, als vanuit een katapult, razendsnel naar voren en pakt hij een vis, of een paar kikkerbillen.