Ander blogs en websites

vrijdag 12 april 2013

Familie Passelima -2-

 D. Oudshoorn en J.C. van Suchtelen v.d. Haare (1935)
Op de website over de familie Passelima, (pesulimahistory.com) staat ook een stukje over het leven van oom Nono (Bert) Passelima. Ik ben zo vrij geweest dit stukje over te nemen.
Albert Bernardus Alexander Passelima werd op 12 december 1923 in Soerabaja geboren. Hij vertrok naar Nederland om te studeren en trouwde in Amsterdam met Frederike Hendrika (Rita) Rosielle  Hij overleed op 5 oktober 20202 in Amsterdam.  Dit is het eerste deel van een zeer korte biografie die door hem zelf is opgesteld en op eerder genoemde website staat vermeld.


Oom Bert vertelt over zijn jeugd in Indonesië :

Mijn grootouders van vaders kant heb ik nooit gekend. De tweede vrouw van mijn opa heb ik ontmoet toen ik met mijn vader, die groot verlof had, naar Ternate ging. Ik was waarschijnlijk nog geen vijf jaar oud. Oma Dina, zo noemden wij haar, kan ik me niet meer herinneren. Het enige wat me van Ternate is bijgebleven is dat je vanaf de voorgalerij van het huis waar wij logeerden, de vulkaan van Ternate goed kon zien. Wat ik me uit die tijd in Ternate ook levendig voor de geest kan halen is dat het strand er prachtig was en dat we zeeschildpaddenvlees aten.
Mijn lagere school-tijd was verschrikkelijk. Omdat mijn vader bij de Posterijen was, werkte hij hooguit drie jaar in een plaats. Zo zijn we enkele keren verhuisd. Ik vond het helemaal niet leuk om van school te veranderen. In ben de lagere school begonnen in Surabaya. Tussentijds zaten we in Jakarta en Bandung. Ik heb de lagere school afgemaakt in Semarang. Bovendien had ik in die jaren veel last van astmatische-bronchitis. Ik heb heel wat keren met mijn hoofd tegen de muur gebeukt om maar adem te kunnen halen.
Na het laatste jaar van de lagere school gingen we in de grote vakantie naar Probolinggo. Daar woonde mijn opa van moeders kant, opa Sander (Siahaya). Mijn moeder had genoeg gespaard en zei: 'We gaan nou naar opa, met vakantie'. Zij had haar vader toen enkele jaren niet gezien. Opvallend genoeg ging in die vakantie in Probolinggo mijn astmatische bronchitis in korte tijd helemaal over. Om die reden zijn wij in Probolinggo blijven wonen. De eerste tijd woonden we bij de jongste broer van mijn moeder in huis. Daar woonde opa Siahaya ook. Later trokken we naar een huurhuis. Probolinggo was toen een kleine stad die samen met Pasuruan en Lumajang tot de suikerstreek hoorde.

-wordt vervolgd-