St. Eustatius is een van de Bovenwindse eilanden in de Cariben. De voertaal is Engels. Onlangs zag ik een documentaire over dat eilandje. Het betrof een school, waar leerlingen en docenten aan het woord kwamen. Veel leerlingen hadden erg veel moeite met de Nederlandse taal. Logisch, want Engels is de voertaal en pas op hun zesde jaar komen de kinderen in aanraking met het Nederlands. Net zoals op CuraƧao het geval was toen wij daar woonden. In de zesde klas / groep 8 zaten leerlingen die 16 en 17 jaar oud waren. Louter vanwege de Nederlandse taal.
Het viel mij op dat de Nederlandse taal ook een ware frustratie is voor de bewoners van 'Statia'. De docenten hamerden op het Nederlands paspoort en dat het raar zou zijn dat deze 'Nederlanders' geen Nederlands zouden spreken. Eerlijk gezegd had ik wel begrip voor het standpunt van de leerlingen : de taal is een lastig te nemen hindernis en blokkeert hun toekomst. Een toekomst die volgens hen niet op het kleine eiland ligt, maar in Nederland of elders. Al met al een raar onderwijsgedoe daar op dat eiland. Men spreekt Engels maar moet Nederlands leren om maatschappelijk verder te komen. Een diploma zit er niet in, want de Nederlandse taal blokkeert de hele wereld voor hen. Het riekt m.i. naar starheid en ouderwets kolonialisme van Nederland. Ik bedoel, laat die mensen toch gewoon hun Engels gebruiken. Als ze hier komen kunnen ze alsnog de taal leren. Net als de andere immigranten. Maar misschien maken ze over een tiental jaren meer kans. Dan spreken en schrijven we hier al behoorlijk veel in het Engels. Of is de aanpak bedoeld om een afkeer van Nederland te zaaien, zodat ze op het eiland blijven?