dinsdag 31 maart 2015

Het stormt!

Brommie on the road

Hellup! Fenna is weggewaaid! Maar niet heus! Maar wat waait het zeg. Toch ben ik vanmorgen in het bos gaan wandelen met Fenna. Met dit soort weer is ze nogal schrikkerig, maar ik laat haar gewoon los lopen. Een kwestie van wederzijds vertrouwen. Ik bedoel, als ik net zoals als zij wat angstig ga rondlopen, dan voed en bevestig ik haar angst. En dat doen we maar niet.
Vanmiddag heeft ze ook weer flink achter haar tennisbal aangerend. Ik gooide met wind in de rug, dus de bal vloog een heel eind door de lucht. Aan Fenna kon ik zien dat het langer duurde voordat de bal de grond raakte. Vaak stopte ze om te kijken of ik die bal soms nog bij me had. Maar dan hoorde ze hem neerploffen en ging er dan alsnog op af.
Willems list...
Eerder heb ik even een retourtje Lelystad gedaan. Mij was gevraagd even wat spullen op te halen op twee adressen. Maar wat een windstoten zeg! Ik zag een vrachtwagencombinatie, die bijna niet op de weg te houden was. De combinatie was met zeilen bekleed. Dus het werd geregeld ook zeilen.  En toch maar doorrijden hè. Doorrijden deed ook een brommobiel op de dreef in Lelystad. Daar mag je hooguit 50 dus die 45 km karretjes vormen op zich geen gevaar. Dat is anders op de Dronterweg, waar je 80 mag. Daar zie ik ze soms ook rijden. Zou ik zelf nooit doen.
Weer terug in Dronten moest ik een zware doos uit de auto halen en naar de woning brengen. Helaas had ik geen steekkar. Dus dacht ik : "Tom Poes, Willem, verzin een list!" Ik zag in de tuin een robuuste tafel op wieltjes! En dus liet ik de tafel met lading naar het huis voort blazen. We hebben alle drie het transport overleefd.

De bonuscultuur

stop de graaiers!
Bij een aantal grote bedrijven, waaronder multinationals,  is onder mijn leiding het bedrijfsresultaat verbeterd. Met succes. Ik kreeg daar geen bonus voor. Alleen mijn salaris. In sommige gevallen kreeg ik een aandenken. Zo heeft een bedrijf voor mij een boom geplant ergens in een Afrikaans land. Ik kreeg ook een keer een fles wijn (heb ik later weggegeven) en een miniatuur van een ketel waarin bier werd gebrouwen. Het duurste afscheidscadeau was een (kwik) meter om de carburateurs van vier cilinders te synchroniseren. Bij de andere van de 25 bedrijven kreeg ik een dankwoord en een warme handdruk. Een keer een schop onder mijn kont, nadat ik de opdracht binnen tijd en budget had opgeleverd en als toegevoegde waarde nog enkele adviezen op beleids- en strategisch niveau had uitgebracht. Soms speelde ik wel met het fenomeen bonus. Dat was wanneer ik de opdrachtgever aan het denken wilde zetten. Zo wilde een directeur de kosten met bijna een miljoen per jaar verlagen. In dat geval eigenlijk een klusje van niets, als je je gezond verstand gebruikt. Ik zei op (gespeelde) gretige toon : "Dat kan, maar dan krijg ik daar 10% van!" Meneer had direct door dat het waarschijnlijk een eenvoudige oplossing was en zei na het weekend dat hij dat zelf voor elkaar ging boksen. En dat lukte hem ook. Het is zelfs voorgekomen dat een investering van bijna 5 miljoen gulden binnen 2 jaar werd terugverdiend, dankzij mijn project. Ook daar heb ik zelf nooit een bonus voor gekregen. Waarom niet? Gewoon, omdat het nu eenmaal mijn werk was.
Zo kijk ik ook tegen al die grote graaiers aan. Ze doe eigenlijk gewoon hun werk en toch worden ze er fors extra voor betaald. Zelfs als hun taak inhoudt dat de organisatie moet afslanken. Dan krijgt een groot aantal medewerkers (vaak collega's!) ontslag en meneer een forse bonus. Vaak met als drogreden : dat hebben we zo afgesproken. Nou, dan maak je voortaan die afspraken maar niet meer. Dan kan dat geld gebruikt worden om de ontslagen medewerkers aan een nieuwe baan te helpen en tot die tijd gewoon door te betalen. Maar ja, de mensen die over bonussen gaan houden elkaar graag de financiële hand boven het hoofd. Wat dat betreft zijn het net politici.

Over wielrenners

wielrenners privé
Er is een reclamespotje gelanceerd om de recreatieve wielrenners erop te wijzen, dat er ook gewone mensen op de weg zijn. Het schijnt zo te zijn, dat wanneer iemand een racefiets koopt en daarbij een tricot van een bekende wielerploeg, in het sportieve deel van zijn hersens een paar knoppen om gaan en omleidingen gelegd worden. Het gevolg is desastreus voor hun partners, kids en andere weggebruikers. Ze ontaarden in ongeleide, onsportieve levensgevaarlijke projectielen met een haast beestachtige instelling waarin het eigen ego centraal staat. Hun fiets kent geen accessoires zoals verlichting en een bel. Ze schreeuwen en schelden erop los, zodra ze in de buurt zijn. Nu komt er een reclamespotje om die fietshufters op hun hun asociale gedrag aan te spreken. Volgens mij is dat zonde van het geld, gezien hun mentaliteit.
Een half jaartje geleden las ik in een glossy wielermagazine over een enquête onder die vreemde snuiters. Daar stond een aantal vragen in. Een van die vragen was : Waaraan ergert u zich het meest? Bovenaan de lijst van antwoorden stond : aan toeterende automobilisten. Daar hoor ik dus ook bij. Ik toeter namelijk ook, als zo'n wielergek opeens opduikt op een autoweg of een andere weg waar ik hem helemaal niet verwacht omdat het verboden is voor wielrijders. Helemaal in het donker, omdat die gasten ook geen verlichting voeren. Soms rijden ze achter een auto aan, waarvan de vijfde deur openstaat. Maar ja, die rijdt dan niet harder dan 55 á 60 waar 80 of 100 is toegestaan. Op andere wegen passeren ze met zeer hoge snelheid andere weggebruikers. Wat vaart minderen, zoals gebruikelijk is, geldt niet voor hen.
Dat nare ego-volkje van de enquête ergert zich ook aan verkeerslichten, gewone fietsers, wandelaars en ach, eigenlijk aan eenieder die niet zoals zij op een racefiets zit. Volgens mij zijn die wielrenners dezelfde figuren die zich ergeren aan mensen die niet doorlopen op een roltrap en vinden dat je gewoon je beurt moet afwachten.

maandag 30 maart 2015

Roosevelt & Ira Lee

Uit het jaar dat ik in militaire dienst moest, 1969, een hit van Tony Joe White :

Opvoeden

Struisvogelpolitiek
Een kwestie van consequent zijn, regelmaat en grenzen hanteren en de laatste handhaven. Simpel, maar soms tamelijk lastig. Niet alleen voor hondenbezitters, ook voor ouders. Met dit verschil : praten tegen een hond om tot een democratisch besluit te komen, doe ik dus niet. Er zijn mensen die aan een kind van twee jaar vragen wat het wil eten. Of waar het wil zitten en of het soms naar bed wil. Ik vind dat onzinnig. Inspraak oké, maar niet over dit soort zaken.
Zo'n hond is een goede therapeut. Hij doet alsof ie luistert, maar wie goed op zijn kop let ziet dat hij van links naar rechts schuin gehouden wordt. Dus het ene oor in, het andere weer uit. Tja, zo gaat dat bij honden. Soms ook bij kinderen. Mijn moeder zei het soms ook tegen mij. Opvallend, want ze kwam zelf toch uit Oost Indië? Dus zou ze bekend geweest moeten zijn met mijn selectieve doofheid.
Vanmiddag kwam ik een vrouw met een zeer kleine pup tegen. Omdat ik met Fenna ook door de smalle doorgang wilde, waar zij net uitkwamen, hield ik even stil. De pup ging op de grond liggen, want hij was wat bang. Mevrouw liep door, totdat de lijn geheel afgerold was. 
Ze hield ook stil en begon toen een gesprek met haar puppy. Of ie soms wilde opstaan en wilde doorlopen. Ze herhaalde dat een paar keer en zei toen : "U ziet het, hij wil niet." Ze gebruikte daarbij een mimiek die zei : "Sorry, ik heb mijn best gedaan." Ik was inmiddels met mijn geduldig tellen tot 179 gekomen. Toen zei ik belerend tegen de vrouw : "Misschien helpt het als u de baas gaat spelen." Ze keek mij aan alsof ik haar net voor stomme teef had uitgemaakt. Maar even later waagde ze toch een poging. Ze gaf een rukje aan de riem en zei : "Vooruit!" De pup stond op en liep naar haar toe. De vrouw keek haar pup trots en blij aan. Ik slaakte een diepe zucht en liep samen met Fenna door.

Hebberigheid

Soms zie ik dat in tv-shows waarin mensen geld kunnen winnen, deelnemers verslagen worden door hun eigen hebberigheid. Het ontgaat hen tijdens het kansspel, dat ze zonder geld de studio zijn binnengekomen. Gaandeweg het spel groeit hun hebberigheid. Daarom moet ik vaak inwendig glimlachen als ze omwille van hun hebberigheid (liever een miljoen dan 250.000 euro) weer met lege handen de studio verlaten.
Maar ook in andere situaties zie ik hebberigheid. Zo nodigde iemand een keer zijn vader uit om diens broer te gaan bezoeken. De beide broers (in de 80) hadden elkaar in geen jaren gezien, dus dat was een mooi gebaar van de zoon. Na het bezoek, toen pa en zoon weer thuis waren, vroeg pa uit beleefdheid : "Wat krijg je van mij?" De zoon reageerde verrassend en nogal kortaf met de woorden : "Je denkt toch niet dat die auto op water loopt? Geef maar 50 euro." Afgezien van het feit dat de zoon zijn vader uitnodigde is zoonlief in het dagelijks leven directeur van een grote onderneming, rijdt een grote Duitse auto van de zaak en heeft privé nog twee dikke auto's voor de deur staan. Zijn vader heeft een pensioentje en AOW, maar betaalde zijn zoon toch maar die 50 euro. Want in ruzie heeft pa geen zin.

Naar Groningen


Gisteren hebben we een bezoekje afgelegd aan de provincie Groningen. Iemand hier in de buurt wilde graag een familielid bezoeken in Eelde. Ze had haar tante al zes jaar niet gezien.  We zeiden toen in koor : "Hé, dat is vlakbij onze tante Pieng, want die woont in Haren!" En dus combineerden we beide bezoekjes.
Gisteren was het zover. Met z'n drietjes en Fenna reden we met de stevige wind mee over de A6 richting het noorden. Het bleef onderweg droog. Tegen het middaguur arriveerden we in Eelde. Vanaf de A28 is dat net zover rijden als naar Haren. Bij de entree van het verzorgingstehuis werden we hartelijk ontvangen door een zeer blijde mevrouw die weliswaar ruim 90 jaar, maar nog erg helder van geest is.
We dronken op haar kamer met prachtig uitzicht een kopje koffie met een plakje cake. Mevrouw had al in het restaurant voor vier personen een lunch geregeld, maar wij hadden al een afspraak met tante Pieng. In overleg besloten we dat onze gast bij haar tante zou blijven en dat wij naar Haren zouden rijden.
In Haren werden we blij ontvangen door tante en haar hond Timmie. Fenna kent haar neefje al van eerdere bezoekjes en dat was te merken. Ze schonken nauwelijks enige aandacht aan elkaar. Niet veel later liet ik beide viervoeters in het park uit.
Tante had (natuurlijk) al gekookt : babi ketjap, sajoer (met Hollandse garnaaltjes!) en mangut (makreel in kruidige kokosmelk en net zo lekker als die van mijn mamma!). Samen met witte rijst uit een roze(! de rijst smaakte misschien daarom zo lief...) rijststomer smaakten de gerechten weer als vanouds. Gezelligheid kent geen tijd en rond het afgesproken tijdstip werden we gebeld vanuit Eelde. Daar was het ook tijd om afscheid te nemen. Niet veel later reden we weer naar Eelde om onze gast op te pikken en afscheid te nemen van haar tante. Op de terugweg hebben we de hele reis regen en harde windstoten gehad. Maar we kwamen veilig weer terug in Dronten.

zaterdag 28 maart 2015

Hé, bordeelsluipers!

Vanmiddag liet Jade haar nieuwe schoen zien. Toen ik er een blik op wierp, kwamen bij mij spontaan herinneringen opzetten. Het eerste wat ik zei was : "Hé, bordeelsluipers! Zelf heb ik ze ooit eens met mijn broer Joop gekocht op de Haarlemmerstraat. Volgens mij bij die zaak in Leiden in de Haarlemmerstraat met veel spullen uit de militaire dump, Labrujère.
Er was een periode waarin mijn broer en ik samen kleding en/of schoenen kochten en zelfs naar de kapper gingen. Joop had wat dat betreft meer smaak dan ik. Al was ik niet zo gecharmeerd van zijn goedkope Leidse kapper. Die man stond tijdens de knipbeurt aan mij te friemelen. En Joop maar lachen.
We reden meestal op de bromfiets van de Splinterlaan via de Lage Rijndijk en de Zijlpoort naar de Haarlemmerstraat. Bij Labrujère kochten we een keer een paar laarzen en later ook die halfhoge bordeelsluipers met die zachte zolen. Ja, ik hoor het al : twee halve zolen op vier zachte zolen! Haha! De laarzen waren bijna hetzelfde, zij het dat de laarzen een hogere schacht en een band over de wreef hadden. En een rits aan de binnenkant. De schoenen (ook wel Clarks genoemd)  hadden veters. Zowel de bordeelsluipers als de laarzen waren van donkerbruin of zwart suède.
Die bordeelsluipers zijn populair geworden door artiesten als Bob Dylan en The Beatles.  Thuis mochten wij die schoenen niet zo noemen. Als mamma in de buurt was spraken we over onze Clarks. Bordeel-Clarks mocht namelijk ook niet.

vrijdag 27 maart 2015

Zelfmoord pleeg je alleen

Het ongeluk met de Duitse Airbus schijnt te wijten te zijn aan een zelfmoordactie van een copiloot. Als dat zo zou zijn, dan vind ik het een schandalige actie van die man! Iemand schreef op een forum, dat die man ontslagen zou moeten worden. Kan je nagaan hoe sommige mensen helemaal van slag zijn geraakt door dit nieuws.
Op zich is het triest dat mensen zelfmoord plegen. Ze zien op dat moment maar één uitweg voor hun problemen. Helaas zijn er mensen onder hen, die anderen opzadelen met de gevolgen van hun zelfmoord. Vaak is het een machinist van de trein of een bestuurder van een ander voertuig. Maar ook onwetende vrienden, kennissen en/of familieleden of argeloze voorbijgangers zijn het slachtoffer. Die raken vervolgens getraumatiseerd. Het geval van de copiloot is niet uniek. Er zijn meer piloten geweest die op soortgelijke wijze zich van hun leven en dat van hun passagiers beroofden. Men zegt vaak : "Over de doden niets dan goeds", maar ik blijf erbij : mensen die deze manieren van zelfmoord erop na houden getuigen van asociaal en egoïstisch gedrag. Ik zou bijna denken : opgeruimd staat netjes. Maar dat is niet zo netjes van mijn kant en helemaal niet nu er zoveel anderen mee de dood in gesleurd zijn. Zelfmoord pleeg je alleen. Daar hebben alleen al de nabestaanden het al moeilijk genoeg mee.

donderdag 26 maart 2015

Niet mijn taak

Vanmorgen kwamen de groenmensen even op het pleintje wat opruimen. Ze schoffelden wat en harkten en veegden de takjes en blaadjes van de bomen bijeen. Ze waren weer snel vertrokken. Ze komen echt alleen voor het groen. Dus een papiertje of blikje blijft liggen in het door hen 'opgeruimde' stukje groen. Eerlijk gezegd begrijp ik niet dat die mensen voldaan weer thuiskomen. Ik bedoel, als ik een gazon zou maaien of een heg zou snoeien zou ik bij opruimen alles opruimen. Ik bedoel dat zwerfvuil is toch zeker ook geen gezicht?
Vierkant volgens de groenmedewerker
Het komt ook in andere gemeentes voor hoor. Het valt onder het bekende : 'Daar ben ik niet voor aangenomen!' Neemt niet weg dat ik het half werk vind. Ik kreeg een keer tijdens het uitvoeren van een opdracht van een manager te horen, dat het niet de bedoeling was een propje papier dat in de gang lag tijdens het passeren op te rapen en alsnog in een prullenbak te gooien. Daar was ik niet voor aangenomen, zo zij hij ambtelijk. Ik heb de beste man toen wat uitleg gegeven over toegevoegde waarde en het belang van een nette werkomgeving. Terug naar het pleintje. De niet bestrate ruimte om de boompjes zijn vierkant van vorm. Maar na de onderhoudsbeurt is ie alles behalve vierkant. Alsof een hond bezig geweest is met graven. Een slordig gezicht. Dus ga ik morgen maar even de boel afronden, zodat het het aanzien weer helemaal waard is. En ach, het houdt mij van de straat. Eh....

U bent aardige meneer


Vanmorgen heb ik het oude uithangbord van onze voormalige winkel in stukken gezaagd. Dat grote bord (2.50 x 0.50) is gemaakt van trespa, dat sterke, onderhoudsvrije (hoewel, er komt wel groene aanslag op) materiaal. Ik ga op verzoek van Sonja een plantenbak van dat bord maken. Over kringloop gesproken. Het was een flink eind zagen, want hij moest in de lengte door midden (dus niet 'door de midden..'.).
Terwijl ik daar met de decoupeerzaag geladen met een metaal-zaagje lawaaiig stond te wezen, werd ik door een Iraanse buurtbewoonster aangesproken. Ze vroeg mij of ik haar wilde helpen met het opstellen van een stukje tekst. Nee, het was niet 'wie dit leest is gek', maar iets om wat spullen op Marktplaats te zetten. Het is mij opgevallen dat mensen die Arabische als moedertaal hebben, vaak het woord 'moeten' gebruiken. Dat is telkens weer even wennen voor mij. Ik heb iets tegen dat woord 'moeten'. Mijn nekhaartjes gaan dan overeind staan. Ze zei letterlijk : "Jij moet mij helpen, schrijven Hollands" Nou ja, ik moet natuurlijk helemaal niets. Maar voor mensen met die achtergrond heb ik wel begrip voor hun taalgebruik. Neemt niet weg dat ik haar wel even corrigeer. Met een glimlach.
Ik vroeg haar vanwege mijn druk bezette agenda, of er niet iemand anders was die haar kon helpen. Toen zei ze tot mijn verrassing : "Hollandse mensen geen tijd en niet aardig. U bent aardige meneer." Ik raakte even in een spagaat. Niet gek trouwens voor een AOW'er. Maar goed, ik ben toch zeker ook een Hollander. Weliswaar geen blauw geoogde kaaskop, maar wel Hollands. Maar dan iemand met wat meer kleur, die niet beroerd is om zijn medemens te helpen. Ze dacht dat ik een grapje maakte, waarmee ze blijk gaf al aardig ingeburgerd te zijn. Immers, ook veel Nederlanders geloven niet dat ik hier geboren, getogen en fiscaal kaalgeplukt ben. Aan de andere kant rekent ze me wel tot de aardige mensen. Dat streelde mijn ego. En dus maakte ik met haar een afspraak. Voordat ze weer vertrok zei ze nog even vlug : "Het is op slaapkamer..." Ik fronste mijn wenkbrauwen en dacht : "Okeeee....."
Na mijn zaagklus ben ik met de stofzuiger het plaatsje gaan ontdoen van trespazaagsel. Een wat vreemd gezicht natuurlijk, buiten bezig te zijn met de stofzuiger. Zelfs Fenna vond het raar. Ze trok een sprekende kop die zei :"Baas, jij bent en blijft een rare Chinees!" Ik vergeef het haar, ze weet niet beter want zij komt nu eenmaal uit Friesland.

dinsdag 24 maart 2015

Aan de hutspot


Nee, ik weet het. Het is nog lang geen 3 oktober, maar toch. Ik bedoel : in juli smaken de oliebollen ook goed net als de (ingevroren) zelfgemaakte erwtensoep. Haha!
Vandaag ga ik hutspot maken. We krijgen zes eters en die moeten maar eten wat de (huts)pot schaft. Ik ben niet iemand van vijf soorten groenten op tafel, om zo de kieskeurige eters tegemoet te komen. Ik heb geleerd te eten wat de pot schaft en dat eten weggooien een doodzonde is.
Hutspot dus. Niet op z'n Leids hoor. Dus niet "de peen, uijûh en aardappelûh met wat zout in een pan water pleurûh en de boel in de hens stekûh tot het slap en dus gaar is en vervolgens uit een soort teleurstelling flink in elkaar stampen."
Nee, ik maak hem zoals ik dat van mijn moeder heb geleerd : met Indische smaak, aandacht en geduld. Als ik ga koken zet ik even wat leuke muziek op. Het zijn zelf gebrande cd's met door mij gedigitaliseerde nummers uit mijn verzameling lp's uit de jaren 50,60 en 70. Want ook koken moet leuk blijven!
Ik heb een kant en klaar pakket hutspot gekocht (sorry mam), zo'n 300 gram sperziebonen en 500 gram riblappen. De rest heb ik thuis in de kast, op de grond (vloeropruimer Fenna) en op de bank (keukenhulp Mike). Mijn moeder voegde sperzieboontjes toe aan haar zelf gesneden uien en wortels. Ik heb wat riblappen in stukjes gesneden en die eerst wat aangebraden. Daarna heb ik er kokend water overheen gegoten, wat zout, peper en twee fijn gesnipperde  teentjes knoflook toegevoegd. Het vlees heb ik zo'n anderhalf uur laten sudderen.
In de tussentijd heb ik de geschilde aardappelen in blokjes gesneden en die samen met de inhoud van het hutspotpakket in de grote pan met water gedaan. Uiteraard weer met wat zout. En toen het gas erop (sorry, ik was even met mijn gedachten bij mijn motor) op het gas gezet.
Terwijl de twee pannen op het vuur hun werk deden, ben ik wat spekblokjes gaan uitbakken. Toen ze bijna klaar waren, heb ik een handje fijn gesneden uien toegevoegd. De grote pan met de aardappelen, wortel, uien en boontjes heb ik afgegoten toen de rapen piepers gaar waren. Daar heb ik de uitgebakken spekkies met ui aan toegevoegd en voorzichtig omgeschept.
Het vlees heb ik later afgegoten, zij het dat ik genoeg kookvocht overhield om samen met het vlees aan de bijna complete hutspot toe te voegen. Let wel : ik ga er niet met een stamper doorheen! We blijven normaal doen. Tenzij je even moet afreageren. En anders gewoon weer omscheppen dus. Tot slot heb ik wat nootmuskaat en een ietsiepietsie gemalen kruidnagel toegevoegd.
Het voordeel is dat ik de hutspot eerder kan klaarmaken. Het opwarmen gaat beter in het nat op de bodem van de pan (geregeld omscheppen). Ik heb er rookworst bij en natuurlijk een kommetje jus, een potje piccalilly en natuurlijk.....sambal! (voor kokkie).

Een dorp onder de slopershamer


Tot mijn tijdelijk vertrek uit Leiderdorp in 1960 kende ik nog de periode van de opbouw en saamhorigheid. Na mijn terugkeer in 1963 kwam het accent te liggen op slopen en ieder voor zich. Zo kwam de situatie mij toen over. Vooral in de jaren 60 is in Leiderdorp veel gesloopt. Het heeft het beeld van mijn geboortedorp schrikbarend veranderd. Moedwillig, want het dorp moest een stad gaan worden. Althans, zo leek het. Was het de angst opgeslokt te worden door de gemeente Leiden? Of gewoon gebrek aan competentie, visie en creativiteit? Het begon eigenlijk al met de komst van de snelweg A4. Er werd veel ingeleverd om het toen nog onbekende fijnstof te kunnen inademen en werkgelegenheid te creëren, die het lawaai en de stank moesten bestrijden en voorzieningen moesten aanbrengen. De auto was immers in opmars. Paard en wagen, bakfietsen en handkarren verdwenen onder de groene zoden, die op hun beurt verdwenen onder zwart asfalt en betonnen klinkers. Het geluid van het vee in de weilanden werd vervangen door dat van de benzine slurpende metalen melkkoe van de overheid. Een vooropgezet plan? Hadden nieuwe dorpsgekken plaatsgenomen in het gemeentehuis?
De groei van het dorp ging ten koste van veel boerderijen aan de noordkant van het dorp. Daar waar ooit de boerderijen van Samson, Heykoop, Bloemendaal (foto), Hajes, Rijnsburg en Muilwijk (nota bene in de jaren 50 helemaal gerenoveerd) het landschap sierden. Dichterbij, achter het Kindertehuis Voordorp stond ook een boerderij, 'Bij Dorp' genaamd.  Ik heb achter die boerderij in mijn jeugd nog een eerste start gemaakt als (illegaal) fruitplukker in de kleine boomgaard (alsnog een 'sorry' van mijn kant). Alleen de boerderij aan de Hoofdstraat hoek Hoogmadeseweg (fam. Verbeek) en die in de Houtkamp (fam. de Graaf) en achter de begraafplaats zijn er nog.
Ook het imposante pand van Voordorp (foto rechts onder) moest plaatsmaken voor de vooruitgang. Het had een mooi nostalgisch appartementen gebouw kunnen worden. Andere gezichtsbepalende gebouwen werden ook met de grond gelijkgemaakt, zoals de witte 'ouwe schuur' van (Bouwmaterialen) Bennink waar een schat aan historische verhalen rondwaarden en het voormalige weeshuis aan de Hoofdstraat 60, waar ik vaak via de
binnenplaats een doorsteek maakte naar het Jaagpad langs de Rijn. Ook de aalmoes- en arbeidershuisjes zijn niet meer, zelf niet eens een geveltje of muurtje als stille herinnering aan eenvoud en armoe. De vertrouwde Leiderdorpse brug over de Rijn moest ook naar de schroot. De nieuwe heeft een typisch jaren 60 uitstraling : stierlijk saai. Zelfs de kerktoren moest plaatsmaken voor een miezerig klein exemplaar, een ruiter, midden op het schip van de kerk. Restauratie als variant op de revolutiebouw, die toen gaande was. Ik weet niet beter dan dat die toren fier (ietwat scheef, hij was immers op leeftijd) aan de voorzijde tegen het kerkgebouw stond, waar de dominees Honnef en V.d. Hoek predikten, terwijl ik met mijn broers op de harde houten banken stiekem zaten te klieren. Een van ons had de opdracht de preek te volgen, zodat thuis de (controle-) vragen over de dienst beantwoord konden worden. Gelukkig was er nog eerst mr. G.B.J. Hilterman (de eerste belangrijke Argentijn voor Máxima) die op de radio zijn Toestand in de Wereld besprak. Die man zorgde
voor de nodige afleiding bij mijn moeder en deed haar de preekcontroles geregeld vergeten.
Ook aan de kant van de Valk Boumanweg is veel verdwenen. Variërend van mooie, statige panden tot de oude steenfabriek van Ouderzorg (foto links). Zelfs de naam heeft tegenwoordig een heel andere betekenis vanwege de vele bezuinigingen in de zorgsector. Naast het gemeentehuis aan de Hoofdstraat moest een huis dat opvallend dicht langs de straat stond (een herkenningspunt voor mij als jongetje op weg naar het grote postkantoor) , gesloopt worden. Ook de gezellige buurtwinkeltjes verdwenen, want men wilde ondanks de toenemende welvaart buiten het dorp nog goedkoper inkopen doen. De supermarkt was in opmars en we hadden immers een auto! De onderlinge binding tussen de bewoners verwaterde. Niet meer samen, maar ieder voor zichzelf en God misschien voor ons allen. Misschien, want het aantal gelovigen in Hem nam sterk af. De moderne technologie en zakelijke denkwijze trokken harder dan het Woord.
Gaandeweg is het dorp veranderd in een moderne stad, waar het grauw grijze beton de nostalgische baksteen heeft verpletterd en de groene graslanden heeft doorboord om moderne gebouwen te dragen. Zelfs de oude bunker kon dit alles niet aanzien en zocht uit ellende zijn heil onder de grond. Sindsdien is er nog veel meer gesloopt door een nieuwe golf van cultuurbarbaren, die geen enkele binding hebben met het verleden maar des te meer met hun cv's. Ooit sprak een wijs iemand : 'Wie zijn verleden niet kent, heeft geen toekomst'.  Maar in het dorp was dat tegen bestuurlijke dovemansoren gezegd.
Grote, hoge woontorens ontsieren het straatbeeld, waar mensen onbewust hun ding doen en nauwelijks enige notie hebben van hoe het ooit was : Leiderdorp, een mooi groen landelijk dorp aan de Rijn met een zichtbaar rijke historie. Zelfs de Munnikenmolen is verwijderd, om plaats te maken voor een kereltje (dat loopt) met een molentje. Symboliek voor alle betrokken beslissers.
Er is nog een stukje van het dorp dat de sfeer van toen heeft weten te behouden : de omgeving van de Doesbrug. Niet verder vertellen! Hopelijk blijft dat stukje op het gemeente huis van Leiderdorp dan nog heel lang buiten beeld.

Vrachtwagen in brand


Vanmorgen, tegen een uur of 10, hoorde ik veel sirenes van hulpdiensten voorbijkomen. Leergierig als ik ben, sprong ik op de fiets om even een kijkje te gaan nemen. Ik rook dat er brand was. Even alter zag ik rook. En waar rook is, is vuur. Dat vuur brandde bij de kruising van de N305 en N309. Daar stond een vrachtwagen deels op het fietspad en deels in de berm geparkeerd. De cabine stond in brand. De wegen waren afgezet en de brandweer was bezig het vuur te blussen. Omdat er geen ambulance aanwezig was, ga ik er maar vanuit dat zich geen persoonlijke ongelukken hebben voorgedaan.

zondag 22 maart 2015

Het is volbracht!

Het schuren van de uitlaat van de CBX leek een ware martelgang. Het spruitstuk zelf viel mee, net als de beide dempers. Maar de rest.....! Overal hoekjes en gaatjes. Nee, hij is wel nog steeds gasdicht. Daarna heb ik het geheel stof- en vetvrij gemaakt. Voordat ik verderging, heb ik even door de schutting naar de
.....schaapachtige blikken....

buurvrouw gegluurd. Ze bleek niet thuis te zijn, zodat ik besloot te gaan spuiten. Die lak riekt natuurlijk nogal sterk en dan is het geen pretje als je als buurvrouw liggend in de zon dat spul van je spuitende buurman in de neusgaten krijgt. Natuurlijk heb ik vooraf de omgeving beveiligd tegen mogelijke verfspatjes en nevel.
Bijna de hele matte, antraciet kleurige, hittebestendige inhoud van de spuitbus heb ik verbruikt. Ik heb bewust wat overgehouden om eventuele krassen na de montage van de vier in twee weg te werken. Maar eerst het blok aan de voorkant schoonmaken. Gewoon met een tandenborsteltje en een doek. Geen lawaai dus. Al bleven bepaalde toeschouwers mij gedurende mijn geploeter mij schaapachtig aankijken.
Terwijl het zonnetje er lustig op los scheen, begon ik na de schoonmaak met het monteren van de als
nieuwe uitlaatringen
splinternieuw ogende uitlaat. Ik heb eerst de oude uitlaatpakkingen vervangen door nieuwe. Hoewel ik de uitlaat in z'n geheel vrij snel onder het blok had liggen, verliep de rest van het montageproces over de Via Dolorosa. Ik werd waarschijnlijk gestraft, omdat het zondag was. Ik vond het daarom niet eerlijk om liggend onder de motorfiets 'Eli Eli lama sabachtani!' te roepen. Ik moest mijn kruis zelf dragen.
Behalve de vier bochten die correct op de cilinders terecht moesten komen, waren er ook nog twee bevestigingspunten onder het motorblok en twee bij de beide dempers. En alle acht moesten precies recht  op de montage punten uitkomen! Het leek alsof de hele uitlaat na de grote opknapbeurt een totaal andere vorm had gekregen. Met wat installatiedraad heb ik het hele geval eerst aan de fiets opgehangen. Daarna ben ik stapje voor stapje het geheel dichter bij de bevestigingspunten gaan manoeuvreren. Het vreemde was, dat zowel voor, bij de cilinders als achter, bij de voetsteunen van de passagier, alles mooi uitkwam. Maar onder het blok nauwelijks!
hé, hé, hij zit....
Na een uur tobben, besloot ik tot grof geweld over te gaan. Ik pakte een grote koevoet uit de schuur. Uit ervaring weet ik : 'Met geweld verkracht je een ezel'. Die ervaring heb ik in de zin van horen zeggen, want ook ezels zijn me lief. Ik plaatste de koevoet tussen een framebuis en de uitlaat. Ik begon voorzichtig wat druk uit te oefenen, want er was sprake van een afwijking van slechts enkele millimeters. Een luide knal, peng!, deed mij geschrokken ophouden. Ik keek onder het blok en verwachte slecht nieuws. Maar het tegenovergestelde bleek het geval : de montagepunten zaten nu precies boven de gaten met schroefdraad! Halleluja! Geprezen zij de koevoet! Snel draaide ik de beide bouten met het handje weer op z'n plaats. Ik was bang dat ik weer een Peng! zou horen en de boel weer in de oude situatie  terug zou keren.  Je weet maar nooit. Nadat ik ze had aangedraaid, deed ik dat ook met alle andere bouten en moeren. Vergezeld van een diepe zucht dacht ik opgelucht : "Het is volbracht!" Tijd voor een kopje welverdiende thee. Ik plofte voldaan neer op de met kussens belegde steigerhouten tuinbank. Niet voor lang, want de boel moest nog opgeruimd worden.  Rest mij nog het controleren op de gasdichtheid bij de cilinders. Dat doen we morgen maar. Zodra ik weer terug ben uit het ziekenhuis. Deo volente........

Langs de Rijn

Na het bezoekje aan de A4 bij de Hoofdstraat reden we richting de Doesbrug. Ik had het plan opgevat om via de oude route naar Alphen aan de Rijn te rijden : langs de Rijn. Na de oude brug gepasseerd te zijn, keken we vooral naar links. Voor de brug hadden we al een blik in de Doeslaan geworpen. Na de brug wilden we een glimp opvangen van het bedrijf dan wel de plaats waar Sonja's vader ooit gewerkt heeft : Durisol.
Natuurlijk ook het Patrimoniumpark, waar een paar klasgenootjes van mij in de jaren 50 woonden (v.d. Luijt en de Zwart) boerderijen. In een van die boerderijen woonde ook een klasgenootje, Gerdien van Leeuwen. Daar hebben we in een stal als tieners nog een klassenavond gehouden. Verderop, aan de overkant van de Rijn, zagen we een bekende toren. Hij was zo te zien gerenoveerd. We stopten net even buiten de bebouwde kom van Koudekerk aan de Rijn om een foto te maken. Ook hier woonden kinderen die bij mij op school zaten. Ze fietsten in weer en wind naar en van school, zoals veel kinderen uit de omliggende dorpen dat deden. Vlak na het nemen van de foto staken we via de Bruggestraat over een oude brug de Rijn over en sloegen linksaf. We bleven de Rijn volgen tot in Alphen aan de Rijn. Normaal wordt het verkeer omgeleid om via de autoweg Alphen - Leiden (N11) te rijden. Die weg sluit aan op de A12 bij Bodegraven.
In de jaren 50 reed ik soms met de ouders van mijn vriendje mee richting Utrecht. We volgden dan dezelfde route langs de Rijn beginnend aan de kant van Leiden. Die route leidde ook langs Avifauna en kwam uiteindelijk bij een hefbrug uit. Voor Alphen zagen we in die tijd een wit bordje met in zwarte letters mijn familienaam erop : Oudshoorn. Dat was toen nog en gehucht of wijk.
De huidige omgeving was voor mij nauwelijks herkenbaar. Er was zoveel veranderd!

Een gesloten afdeling

Gistermiddag waren we in een verzorgingstehuis voor demente ouderen. Ja, ik kan me dat nog goed herinneren. De mensen die ik daar gezien en kort gesproken heb, waarschijnlijk niet. Afgezien van het personeel. Ook al ben ik vrij goed bekend met het verschijnsel dementie, mijn tante Griet had er ook last van de kwaal ook. Ze had er zelf nauwelijks last van, maar haar omgeving des te meer. Je weet immers nooit wat ze was vergeten. Zoals het uitdraaien van het gas of het afsluiten van de buitendeur.
Het was een ontspannen bezoekje. Al was het wel zo, dat we geregeld in herhalingen vervielen. Al met al wel aandoenlijk, want de patiënten zelf merken daar weinig tot niets van. Soms doen de gesprekssituaties mij denken aan een oude grammofoonplaat die blijft hangen : ik hoor telkens hetzelfde. Een tik tegen de arm, zoals bij een draaitafel, helpt in dit geval echter niet. En dus gaf ik dan ook telkens hetzelfde antwoord. Het heeft ook geen zin om te reageren met : "Zullen we het ergens anders over hebben?" Want voor de dementerende is het immers een nieuw onderwerp. Ik kreeg de neiging om zelf ook in herhalingen te vallen. Om te zien in hoeverre iemand zou zeggen : "Daar hebben we het net over gehad!" Tja, een mens kan rare ingevingen krijgen. Maar ik hield me in.
Het was ook erg fijn te zien hoe het personeel met deze mensen omgaat. Aan de reacties van de inwonenden is af te lezen, dat ze het prettig vinden. Overdag zitten de bewoners in een soort grote huiskamer, waar ook een tv en een eettafel staat. Ze kunnen ook de tuin in om buiten te zitten. Ze hebben ook een eigen kamer, maar dat is meer een zit-/slaapkamer. Ze hebben verder een vrij grote mate van vrijheid voor wat betreft huishoudelijke zaken. Er wordt constant op ze gelet.
Na ruim een uur namen we afscheid. Omdat de toegang beveiligd is, kan men alleen naar binnen of naar buiten als men een code heeft. Die moet het personeel op een paneeltje bij de deur intoetsen. Even leek het erop dat we daar wat langer moesten blijven;  ik vroeg al of er nog een kamer over was. Maar gelukkig ging de deur na diverse mislukte pogingen alsnog open

zaterdag 21 maart 2015

In mijn geboortedorp


Vandaag zijn we na zeer lange tijd weer even in de Randstad geweest. Eerst naar Leiderdorp, want ik heb via de digitale snelweg vernomen dat er weer nieuwe ontwikkelingen zijn rond de Resedastraat en de A4.  Na een voorspoedig verlopen autorit, kwamen we vanaf de noordkant in ons geboortedorp aan, waar we normaal gesproken de overbekende Munnikenmolen zien staan. Maar alles is anders. Ik koos ervoor om via de Hoogmadeseweg te rijden. Toen ik bij die vreemde rotonde aan de Acacialaan - Ericalaan linksaf over een enge verkeersdrempel de weg vervolgde, zag ik rechts van mij dat de kantoorboekhandel Liethorps Boeckhuys was verdwenen. Het pand was dichtgetimmerd en de pinautomaat had plaatsgemaakt voor een mobiel toilet...  Is dat vanwege al het gezeik in de financiële wereld of omdat veel ouderen incontinent zijn? Wie het weet mag het mij schrijven. Er naast trof ik de dhz winkel van De Witt ook in een gesloten staat aan. Dan realiseer ik mij opeens, dat in beide winkels mensen werkten, die van mijn leeftijd zijn. Ook zij gaan genieten van hun pensioen, naar ik hoop. Wat de boekhandel betreft : Hannie de D.  zat bij mijn broer Joop in de klas. Haar broer Klaas bij mij. Hun vader, een forse, kalende man met bril met dik zwart monteur, runde de kantoorboekhandel toen ik nog in het dorp woonde. Ze woonden boven de winkel. Timmermans zoon Ben van de dhz winkel zat ook bij mij in de klas. Aan alles komt helaas een eind en dus zijn beide zaken opgedoekt.
Aan het eind van de Hoogmadeseweg draaiden we linksaf de Hoofdstraat in, richting Doesbrug. Maar voordat we daar zouden aankomen, zag ik opeens een nostalgisch landschap uit de jaren 50 verschijnen. Ik kreeg zowaar een warm gevoel. Vanaf de Hoofdstraat zag ik namelijk die oude vertrouwde Gereformeerde kerk opdoemen! Ik sloeg linksaf en parkeerde de auto op de hoek net in de Resedastraat. Van de z-vormige straat is slechts het laatste deel overgebleven. Daar stapten we uit om even goed rond te kijken en uiteraard wat foto's te maken.
Het lukte me niet om op de plek te gaan staan waar ooit onze duplexwoning (gesloopt in 2004) heeft gestaan. Maar ik kwam behoorlijk in de buurt. Staande op een stapel betontegels genoot ik van het oude nieuwe uitzicht. Zowel de Gereformeerde als de RK kerk aan de andere kant van de Rijn waren zoals toen in beeld. Zij het in een flink veranderde omgeving. En toch, het was een bijzondere gewaarwording die gemengde gevoelens bij mij opriep. De kale plekken worden opgevuld met plantenbakken. Op de plaats waar ooit de boerderij van Braat stond, mis ik nog steeds een stille getuige. Al was het maar een paal met een hoefijzer. Terwijl ik daar stond te kijken kreeg ik het opeens koud. Reden om mijn uitkijkpost te verlaten en nog even richting de kerk te lopen. Daarna zijn we weer vlug in de auto gestapt, om binnendoor naar Koudekerk te rijden.

A6, Auto over de kop


Kijken, kijken en nog eens kijken. Of ik op de motor zit of in de auto, ik kijk voortdurend in de spiegels en om me heen. Gelukkig maar, want op de A6 kon ik zodoende tijdig reageren / anticiperen.
Ter hoogte van het Total tankstation en het HaJe restaurant (Aalscholver) zag ik tussen het overige verkeer richting Almere een blauwe auto rijden. In een fractie van een seconde schoot de auto van de linker rijbaan de middenberm in. Het leek erop dat de auto op onze rijbaan terecht zou komen, maar na de draai begon de auto te rollen. Hij vloog daarbij ook door de lucht en rolde nog een stuk verder. Er slingerde van alles en nog wat door de lucht.  Een angstaanjagend en spectaculair gezicht. Gelukkig kwam ie vlak voor onze rijbaan in de middenberm tot stilstand.
Inmiddels was ik de vluchtstrook opgereden en tot stilstand gekomen. Aan de andere kant van de weg kwamen ook auto's tot stilstand en mensen snelden naar het wrak. Sonja belde gelijk 112, terwijl ik toekeek en op het verkeer achter ons lette.
Omdat er al direct veel hulp aanwezig was, zijn we weer verder gereden richting Lelystad. Hopelijk vallen de verwondingen mee, al heb ik zo mijn twijfels. Het was voor het eerst dat ik een dergelijk ongeluk vlak voor me zie gebeuren. En hopelijk ook voor het laatst....

vrijdag 20 maart 2015

De uitlaat eraf


Al een paar keer eerder heb ik overwogen de uitlaat van mijn motorfiets eraf te halen. Dat was telkens tijdens wat poets- en onderhoudswerk. Het probleem van die uitlaat is, dat ik niet overal bij kan komen. Zoals bijvoorbeeld de bovenkant, die tegen de onderkant van het motorblok  aankijkt. Maar ook de zijkanten van de beide uitlaatdempers, die langs de achterbrug lopen.
Vanmorgen, nadat ik Fenna had uitgelaten, heb ik eerst maar alle bouten en moeren van  de uitlaat met WD40 ingespoten. Want je weet, als je een uitlaat wilt demonteren dan kan je te maken krijgen met vastgeroeste of -gekoekte zooi die soms kan leiden tot afgebroken en/of dolgedraaide bouten. En daar zit ik dus niet op te wachten.
Toen ik zo'n drie uur later aan de klus begon, had ik niet verwacht dat de demontage zo soepel zou verlopen. Er was geen moer aan! Alle bouten en moeren gingen namelijk heel soepel los. Zelfs die aan de cilinderkant, die er nogal roestig uitzagen.  Kijk, dat gaf deze burger nog meer moed!
De uitlaat vormt één geheel. Hij is in het midden deelbaar, maar ik besloot hem in z'n geheel onder de motor vandaan te halen. En dat lukte kantje boord, vanwege de beperkte ruimte. Vooral het voorwiel stond in de weg. Ik heb de 4 in 2 daarna op mijn workmate (niet Sonja en ook niet Fenna, maar die B&D werktafel) gelegd. Wat een gewicht zeg! Als ik een 4 in 1 zou monteren, dan zou dat bijna de helft aan gewicht schelen. Maar verder zou het geen gezicht zijn. Vind ik. Een eerste inspectie vertelde dat er geen gaten in de uitlaat zitten. Of wel : hij is gasdicht. Ik zag wel veel roest en roestplekken. Voor het verwijderen van de roest heb ik gekozen voor een zachte staalborstel met koperen haren. Daarna ga ik met een fijnkorrelig schuurpapier de boel (op)schuren. Dan, na het stofvrij maken, gaat er een dunne laag antiroestverf op, gevolgd door weer licht opschuren en vervolgens zwarte hitte bestendige lak erover spuiten. Als de boel droog is en ik vandaag of morgen nieuwe uitlaatringen heb gescoord, kan de uitlaat er weer op. Maar voor het zover is, ga ik natuurlijk ook even de voorzijde van de cilinders weer mooi schoon en zwart maken. Daar kan ik nu heel gemakkelijk bij.

Wat een week!

Het was weer knudde met Ajax. Net als in Kiev. Ergerlijk trage opbouw, veel foute passes, structureel verkeerde spelvoortzettingen (er wordt nauwelijks naar iets anders gekeken dan de bal), slecht positiespel, matige verdediging en wat een lamlendigheid bij de spelers. De wedstrijd begon alsof Ajax de uitwedstrijd met 5-0 had gewonnen. Ze stonden met 1-0 achter en dan verwacht ik enige schwung en gretigheid. Boilesen speelt al langere tijd ronduit slechte wedstrijden. Maar meneer neemt de kritiek niet echt serieus. "Het valt best wel mee", beweerde hij, maar beloofde wel beterschap. Ajax is een leuke sparringpartner voor de echte topclubs. Ik heb de afgelopen jaren nauwelijks progressie gezien bij de spelers. Oké, wel in arrogantie. Allemaal dankzij veel geld.
De Grieken blijven zeuren om geld vanwege hun corruptieverslaving. Ik heb geleerd dat je een verslaafde niet helpt met geld geven / lenen. Verslaafden moeten afkicken. Dat gaat in dit soort gevallen enige decennia duren.
Het lijkt erop dat het inderdaad een BUK raket was die vlucht  MH17 naar beneden gehaald heeft. In juli 2014 kwamen de eerste getuigenverklaringen van burgers over de raketaanval in het nieuws. De vraag is : wie schoot de raket af? Ik denk de separatisten met hulp van een wijze uit het oosten. Ik schrijf bewust niet meneer V. Poetin, want anders krijg ik last met de KGB en onze regering.
In Duitsland heeft de Europese Centrale Bank een nieuw kantoorpand in gebruik genomen. Het optrekje kost ruim 2,5 miljard euro! En dan te bedenken dat er in dat gebouw ook nog flink gefraudeerd en gemanipuleerd gaat worden, zodat de Europese financiële schade nog vele malen hoger oploopt.
 De ABN AMRO bank doet ook een duit in de graaizakken. Ze gaat de salarissen van topmanagement jaarlijks verhogen met 100.000 euro. Over het verboden pyramidespel hoor ik in dit soort gevallen helemaal niets.
De Rabobank wil dat we rente betalen over ons spaargeld, als het tarief onder nul zou dalen. Dat op het zelfde moment de beleggingen hoog positief zijn, vertelt de bank ons natuurlijk niet. Net zo min over het gesjoemel met de rentestanden. Overigens is de bank daar niet uniek in. Financiële instellingen zijn per definitie gevuld met onbetrouwbare mensen.
Je kent het vast wel. Kom je op een parkeerplaats, krijg je een kaartje aangeboden van iemand die eerder vertrekt dan het kaartje aangeeft. Ik mag sinds deze week van de rechter dat gekregen parkeerkaartje niet meer gebruiken! Het lijkt er zelfs op, dat ik niet eens iemand anders een kaartje mag laten kopen. Volgens de rechter mag ik alleen een parkeerkaartje gebruiken, dat ik zelf gekocht heb. Wat een mierenneuker! De rechter hoopt met zijn uitspraak het financieel tekort bij menige (zichzelf rijk rekenende) gemeente te compenseren.

donderdag 19 maart 2015

Zwartmakerij

Voor en....

Terwijl ik de CBX aan het poetsen was, ging de telefoon. Het was de seniore bewoner van de nukkige cv ketel. "De monteur is er. Zou je even willen komen?", vroeg ze. En dus liet ik de motor even in de steek en wandelde naar de straat hierachter. In de gang stond een monteur druk te telefoneren. Het gesprek duurde zo'n 10 minuten, gevold door een gesprek van 5 minuten. Pas toen toog hij aan het werk. Toen ik hem over de ketel vertelde en de foutcode noemde (E44) zei hij lachend : "Haha, die bestaat niet!" Ik reageerde toen wat knorrig met : "Nee, bij jullie niet, maar bij andere installatiebedrijven wel."
Samen gingen we naar zolder, waar de ketel hangt. Toen hij het apparaat zag zei hij verrast : "Hé, het is een andere dan die in ons systeem staat!" Of wel : de Installed Base van Feenstra is niet op orde.
Toen de kap eraf was, zag ik een blok elektronica aan een paar tierips bungelen (if it doesn't fit, there's always a tierip..). Ook het blokje waar het display in zit hing armtierig los. "O, ze hebben hem helemaal gereviseerd", concludeerde de monteur. "En hoe!", dacht ik. Na wat  zoeken kwam de man tot een bekentenis : "Tja, het kan inderdaad Error 44 zijn. En dat betekent een lekkage aan de ketel. Maar waar?"
na de beurt
Ik wenste hem veel succes toe en ben naar beneden gegaan. Hoe het is afgelopen weet ik niet. Ik ben de CBX maar verder zwart gaan maken. Dat leek me een beter idee. Helaas met ik met die beurt niet klaargekomen. Misschien morgen maar weer verder.

Op één lijn zitten

...had nou maar geluisterd!....
In een programma over het opvoeden van honden, zag ik een stel met vier kleine honden. De beestjes waren door de vrouw aangeschaft, voordat ze een relatie kreeg met een man. Zij had de beestje een vrije opvoeding gegeven, die resulteerde in een strenge opvoeding door die beestjes voor mevrouw. En dus springen de honden op tafel als het stel gaat eten, spelen de baas wanneer het hen uitkomt en doen hun behoefte gewoon in huis. Ook bezoek wordt steevast geteisterd door de 4 terror dogs. Haar partner ergert zich wezenloos, maar heeft geen enkele inbreng. Oké, hij moet de pies en poep opruimen en voor geld zorgen zodat die beestjes te eten krijgen.  Dat wel. Voor de rest zijn het haar kindjes en niet die van hem. Nou, klaar ben je met zo'n vrouw. Sta je als partner mooi op de vijfde plek bij haar.
Het duurde even voordat mevrouw in de gaten had dat ze zelf nogal egoïstisch en inconsequent bezig was. Ze dacht dat haar hondjes heropgevoed zouden worden en niet zijzelf. Haha!
Ik herkende de situatie omdat hij mij aan mijn jeugd deed denken. Thuis golden bepaalde regels. Het opvallende was, dat als iemand een regel overtrad, alleen mijn moeder daar iets van mocht zeggen. Mijn pa moest zijn mond houden. En als hij toch iets zei, dan was het hommeles. En toch waren wij ook kinderen van hem. Ik heb die situatie altijd erg raar gevonden. Dus luisterde ik ook naar mijn pa. Ik heb me dus ook nooit achter mijn moeder verscholen. Dat vond ik toen en nu nog steeds erg kinderachtig. Ik ben van mening dat opvoeden iets is wat je samen doet, vanuit een gemeenschappelijke basis. Dus je moet dan wel als opvoeders eerst op één lijn zitten, anders krijg je heibel.

De broek uit

Vanmorgen heb ik de CBX onder zijn afdakje vandaan gehaald. Toen ik de hoes verwidjerde rook ik een zware geur van kattenpis. Ik denk dat ik die hoes in een vuilniszak stop en hem een keer meeneem naar de wasstraat. Dan geef ik hem daar een flinke wasbeurt.
Als notoire optimist ben ik vanwege het weer de onderkuip gaan verwijderen, zodat ik de komende periode op een motor met korte broek kan rijden. Nee niet ik, maar de CBX dus wel.
Een bijkomend voordeel is het onderhoud, dat veel gemakkelijker kan plaatsvinden. Het motorblok is veel toegankelijker en het naakte onderlijf nodigt meer en sneller uit tot het geven van een beurt (ik probeer zoveel als mogelijk misverstanden te voorkomen) schoonmaakbeurt. Ergens ook een must, want nu hij buiten slaapt slaat het corrosieduiveltje veel sneller toe. En dat is geen kattenpis. Ik ga straks eerst een en ander schoonmaken met een droge doek en een zachte borstel. Daarna ga ik hier en daar licht schuren en dan met kachelzwart en antiroestverf aan de slag. De zon schijnt hier volop en achter het huis is het zelfs heel aangenaam! Eerst maar de zonnebrandolie opzoeken.....

Atag cv ketel Error 44

Onder de cv ketels bevinden zich ook draaideurgevallen. De Atag cv ketel ('blauwe engel')  van een seniore bewoner gaat geregeld in de fout. Op het display staat dan E44 als foutcode vermeld. De ketel communiceert op die wijze met de gebruiker en/of monteur. Maar in dit geval zegt de ketel iets onbegrijpelijks : de error code komt niet in de handleiding voor. Lekker handig, maar niet heus. Ik heb de ketel eerst maar bijgevuld tot bijna 2 bar. De waterdruk stond op de ondergrens van 1,5 bar. Maar ook die ingreep mocht niet baten. In Lelystad hebben we zo'n 5 jaar precies dezelfde ketel in huis gehad, dus ken ik hem een beetje. Ook wat de nukken betreft.
Bijvullen : we zijn er bijna...
Dus heb ik voor de bewoner naar het betreffende installatiebedrijf gebeld. De zeer vriendelijke mevrouw van de servicedesk kon de code ook niet vinden in haar handleiding. Ze vroeg naar de waterdruk en die, bijna 2 bar, werd in orde bevonden. Ze adviseerde als laatste mogelijkheid de stekker van de ketel eruit te trekken, tien minuten te wachten en vervolgens de ketel weer op te starten nadat de stekker weer in de contactdoos was gepropt.
Zo gezegd, zo gedaan. Alles lijkt goed te gaan, maar zodra de pomp start, maakt de ketel een geluid alsof de hele machinerie een zachte dood sterft. We maken een afspraak voor de volgende dag in de middag. De seniore bewoner zit tot dan in de kou. Ik heb aangeboden bij ons te komen zodra het in de woning te koud wordt.
Uit nieuwsgierigheid ben ik even met Google aan de slag gegaan. En zie : nota bene op de site van een ander installatiebedrijf staat de foutcode wel vermeld. De error 44 foutmelding op deze ketel houdt in dat er vocht op de stuurautomaat terecht is gekomen. Er moet volgens de beschrijving ergens een lek bij de ketel zijn. Ahum, vocht, lek? Daar hebben we vorige keer toch ook al over geklaagd? Toen zei de onderhoudsmonteur van Feenstra dat die roestkleurige kalksporen niet van deze ketel waren. Dat vond ik al vreemd, want de kalk- en roestvlekken zaten ook op de behuizing van de ketel. Vanmiddag komt er dus weer een monteur. Ik heb voor alle zekerheid maar een kattebelletje op de ketel geplakt. En nog even dit : we zijn dan wel 60+, maar niet dement!

woensdag 18 maart 2015

Recept Pepesan (pittige vis)

In Schotland begint menige beschrijving van recepten met "Men bietst een....". In onze kookboeken is dat niet zo. Net als Fan-tilator hou ik niet alleen van vis (eten), maar ook van vissen. Ik heb dat laatste jaren gedaan. Vanaf de vaste wal, want ik ben geen waterrat en heb geen zeebenen. Vissen met mijn zwager op de Waddenzee in zijn boot vond ik wel leuk. Maar op zo'n grote schuit de zee op, was tien keer niets voor mij. In de haven begon men al ruzie te maken over een plekje aan de reling. We stonden schouder aan schouder. Tijdens het vissen werd nogal wild gegooid met lijnen vol haken (aan mijn lijn slechts twee) en lood. Een patrijspoort sneuvelde zelfs. Omdat ik last kreeg van zeeziekte, besloot ik een hapje te gaan eten. Terwijl ik op het dek mijn lunchpakketje aansprak, keek ik opeens tegen iets naars aan. De visser naast mij vroeg mij om een tangetje en of ik wist waar de EHBO post aan boord was. Voordat ik kon antwoorden "benedendeks", zei hij : "Hiervoor..." en toonde mij zijn hand waar een grote vishaak in stak. Ik maakte acuut kennis met mijn eigen antiperistaltische beweging, in de volksmond  ook wel kotsen genoemd. Vissen voeren dus. Terwijl ik aan de reling stond, haastte meneer met de haak in zijn nek weer naar beneden.
Na verloop van tijd keerde meneer terug met een wit verband om zijn hand met een donkerrode vlek. Toen hij met een zucht naast me neer plofte, zag ik dat hij in zijn nek nog een haak had zitten! Ik legde mijn broodje kaas terzijde en zei dat hij nog even terug moest naar de EHBO post benedendeks. Voor de rest van de middag was ik behoorlijk zeezwak, -ziek en misselijk. Ik heb ook geen enkele makreel gevangen. De anderen dankzij mijn voeren wel.
Sprekend over makreel, want daar gaat dit bericht eigenlijk over, volgt hier het originele recept van PEPESAN Ikan-peda, of wel pittige vis, zoals beschreven in een zeer oud Indisch kookboek.

Ingrediënten : drie á vier makrelen (een vind ik al meer dan genoeg, maar de buurt wil ook wat), twee grote fijn gesneden uien, drie tenen knoflook, 10 lomboks (pepers!) zonder zaadjes, een halve vingerlengte toemoekoentjie, halve theelepel zout, een stukje asem (zo groot als een duivenei...), 10 uitgehaald kemiries. daon kemangie en wat pisangbladeren.
Bereiding : De kruiden worden fijn gestampt, de vis goed schoon gewassen. Daarna maakt men de pisangbladeren gereed om daarin de hele vis(sen) te leggen. Ze worden bedekt met de gestampte kruiden en wat kemangie blaadjes. Vervolgens de pisangbladeren dichtvouwen en met bietings vast gestoken. Het pakketje wordt vervolgens boven een houtskoolvuurtje aan beide zijden geroosterd, totdat de vis gaar is.

Alternatieve bereiding :
Misschien denk je nu : "Wat een onbekende ingrediënten en wat een werk! Een mooie troost : koop een kant en klare boemboe (kruidenmix) en een gebakken of gestoomde makreel. Even een uitje snipperen en fruiten en doe de boemboe met wat water erbij. Als dat klaar is de kant en klare vis in aluminiumfolie (modern times!)  leggen met de kruiden erover. De boel dicht vouwen en een half uurtje in de oven plaatsen. Niet helemaal authentiek, maar wel bijna net zo lekker. Want de bladeren van de bananenboom maken het geheel qua smaak af.

Tussen kop en staart

Ingezonden

De meeste mensen weten dit regeltje wel af te maken met: ,,....zit de meeste vis"
maar dat het ook pepesan kan zijn weet ik pas sinds kort. Maar dan alleen maar met makreel?, waarom eigenlijk? Het toeval wil, dat ik het woord pepesan onlangs voor de eerste keer van mijn leven hoorde noemen. En nu Willem dat woord ook nog eens le(tt)(kk)erlijk in de mond neemt, weet ik het zeker: het móet wel lekker zijn. Maar vreemd genoeg heb ik het nog nooit geproefd terwijl ik wel een echte liefhebber ben van één vis, op mijn bordje, en ook van het meervoud: vissen (met een hengel.). Tijdens het nagesprek over een dag 'makreelvissen' op de Noordzee vertelde een van de leden van onze hengelvereniging, een zogeheten 'half'-Indonesische, dat zij zelf thuis pas nog een paar makrelen had gerookt en er daarna pepesan van had gemaakt. Net als bij Willem ging ook bij haar het grootste deel ervan in de diepvries want immers: 'wie wat bewaart heeft wat'. Het lijkt overigens wel alsof pepesan een 'indo-patent' heeft, want hoewel ze mij allebei het 'zee-water' in de mond praatten hielden ze het recept ervan, bewust of onbewust, voor zich maar daar komen wij heus nog wel eens achter hoor!
Toch was ik een paar jaar geleden al eens halverwege met de bereidingswijze van pepesan toen ik een hobby-visroker een avond en een nacht heb geassisteerd bij het roken van 420 makrelen! Met z'n zessen hadden we een succesvolle visdag op de Noordzee gehad en kwamen thuis met een kruiwagen vol (of zoiets) makrelen. Gelukkig was een buurman van onze dochter, met een hobby-visrokerij, tijdig ingeseind en deze was gewoontegetrouw bereid de rookklus te klaren. Gelukkig maar want makreel is een kwetsbare vissoort die, vooral bij warm weer, snel aan bederf onderhevig is en dus zo snel mogelijk verwerkt moet worden. De buurman had al twee grote kunststof kuipen klaargezet en deze gevuld met spoelwater resp. zout water waarvan bij de laatste het vereiste zoutgehalte zorgvuldig was aangemaakt. Nadat de makrelen netjes schoongespoeld waren lagen ze een tijdje in het zoutbad en daarna werden ze in rijtjes van tien aan spiesen geregen die voor het uitlekken ergens werden afgehangen. De volgende behandeling was het 'drogen' in de oven, totdat de huid van de vis een beetje perkamentachtig werd. Pas daarna kon het echte roken van de eerste lading van 8 x 10 makrelen beginnen. De uren wachttijd werden gevuld met ellenlange gesprekken, een biertje en een sigaretje. Tja, in die tijd rookten wij ook onszelf nog maar daar zijn we op een gegeven
moment toch maar mee gestopt. De eerste lading makrelen was laat in de avond nog maar net gereed of een paar 'buren-neuzen' kwamen al om de hoek geslopen voor het traditionele, opgerolde krantje met een heerlijke portie warme vis en zo genoot de hele buurt mee. Die ‘genoten’ natuurlijk ook van de rookstank; dus voor wat, hoort wat! De nacht daarna was lang en vermoeiend voor ons beiden want de biertjes en het ‘gaar?-proeven’ tussendoor, bij elke volgende lading van 80 makrelen, liet zich gelden. Tegen de morgen waren we, na meer dan 12 uur zitwerk, dan ook suf-gel#ld, uit-gel#ld, én ‘uit-geróókt'. Wij waren helemaal 'leeg', maar de kruiwagen in het begin van dit stukje óók en daar ging het toch om. Na een stevige douche stapte ik op de fiets en ging naar huis met zes makrelen in een opgerold krantje onder de arm. ,,Maar 6 ?!". ,,'Die vis werd duur betaald'?" Ach, wat maakt het uit want in dat mooie, ouderwetse straatje wordt nog steeds 'met gesloten beurs betaald'. Ging het in de hele wereld maar zo. "Doe wél en zie niet om", maar beter nog: "zie wél om en doé óók wél!” (voor elkaar) Zoals sommige mensen, in o.a. Dronten, al ‘Wéldoen’.

Fan-tilator

Heroïne handel

In Amsterdam (waar anders) is weer een (op zeer korte termijn) dodelijke versie van heroïne aan de verslaafde man en vrouw gebracht. Vorige keer zijn er doden gevallen. Hoewel het geen Fransen maar Engelsen waren, vond men het toch erg. Erg genoeg om met grote matrix borden potentiële kopers c.q. heroïne verslaafden te waarschuwen. Immers aan een levende heroïne verslaafde hebben we meer dan aan een dode. Inmiddels zijn beelden verschenen van de dealer. Zoals gebruikelijk zijn de beelden nogal obscuur en erg wazig. Net zoals menig verslaafde de wereld ziet. Deze dealer moet volgens Justitie opgespoord worden. De anderen gaan vooralsnog vrijuit, want wat zou Amsterdam zijn zonder drugs? Oké, leuker, gezelliger en veiliger. Maar wie zit daar nou op te wachten? Amsterdam is nu eenmaal een wereldstad vanwege de drugs en de Wallen. De klanten van de andere drugsdealers leven wat langer en blijven de maatschappij zodoende meer geld kosten. En dat is dus goed. Hoewel, ze zorgen ook voor werkgelegenheid. Eerlijk is eerlijk. Heroïne verkopen is niet echt verboden, maar de gebruiker ervan  moet volgens de Consumentenbond minstens een week later nog in leven zijn. Dan is het oké.

Een k#t trekker en een holbewoner


Vanmorgen heb ik even een buurtgenoot geholpen met het snoeien van een haag. Dat had vorig jaar al moeten gebeuren, maar het kwam er niet van. De ochtend begon tamelijk mistig en fris. Ondanks het mindere zicht zag ik op de provinciale weg nog auto's voorbijkomen, die geen verlichting voerden. Waarschijnlijk onder het (zeer eenzijdige en dus onverstandige) mom van : "Ik zie genoeg."
Dat gold niet voor de bestuurders van een trekker en een motorfiets. Die zagen elkaar te laat. De motorfiets reed op een voorrangsweg, terwijl de trekker van een zijweg kwam. Bij de aanrijding schoof de motor onder de trekker door. De motorrijder (40+) overleed ter plekke. Hoewel ik niet precies de verdere omstandigheden ken, dacht ik wel gelijk : weer zo'n k#t trekker! Ja, ik ben wat bevooroordeeld door al die ellende met dat soort landbouwvoertuigen. Ze voeren slechte verlichting (schijnen soms met een schijnwerper recht in je toet ook als je nota bene achter hen rijdt), doen weinig tot niets aan veiligheid (grote machines met uitstekende delen die niet beveiligd zijn), bevuilen 's Heren wegen en hebben weinig oog voor het overige verkeer. Het zijn vaak jonge pukkelkoppen, die met een officieel kattenbelletje een zwaar voertuig (vergelijkbaar met een vrachtwagen, waar je een speciaal rijbewijs en aanvullende opleiding voor moet hebben!) mogen rijden. Dom hoor en levensgevaarlijk.
In de loop van de ochtend begon ik lichtelijk te zweten. De zon was doorgebroken en het was zowaar een lekkere temperatuur. Maar na de koffie werd het bewolkt en kouder. 's Middag ben ik thuis wat aan het prutsen geweest. Eerst wat restanten van een verwijderde klimplant bij de buurvrouw verwijderd. Ik bedoel dan van haar schutting. Daarna heb ik o.a. wat aan de hondenkar geprutst en een waslijnautomaat opgehangen. Toen ik in de muur een paar gaten wilde boren, zag ik opeens een kont van een hommel! Het beest was in een bestaand 12 mm gat gekropen, dat de vorige bewoner geboord had en ik nog niet opgevuld had. Het beest leefde,want ik zag iets wat mij aan ademhaling deed denken.

dinsdag 17 maart 2015

Waterschapsverkiezingen?

duur optrekje voor 'n dure organisatie
Daar begin ik dus ook niet aan. Wat een onzin! Willen de rechtse bestuurders soms vijftig meter hoge dijken en de linkse de boel onder water zetten? Of kan ik dan ervoor kiezen om eindelijk eens een eind te maken aan die (belasting)geld verkwistende toestanden? Ze vreten budgetten leeg en doen aan allerlei onzinnige projecten, die geen onderdeel zijn van de kerntaken van het waterschap en waar ons belastinggeld dus helemaal niet voor bedoeld is. De laatste jaren begint men bij het Waterschap Zuiderzeeland zich te realiseren dat ze verkeerd bezig zijn. Veel dure auto's zijn weggedaan en men gaat wat kritischer met de kosten om. Maar het kan vele malen beter.
Eigenlijk verraste het mij niet toen een dijkgraaf een paar jaar geleden beweerde nog miljoenen extra nodig te hebben voor het schap. Dat krijg je als je last hebt van een enorm gaten in de dijken  je hand en allerlei onzinnige dingen doet. Een jaar later gingen de tarieven omlaag! Over beleid gesproken. Als ik net zo met die letters van Beleid van het waterschap ga husselen zoals het schap dat doet met de cijfers, komt er bij mij Debiel tevoorschijn.
Het wordt tijd om de waterschappen bij de Provincie onder te brengen. Volgens de waterschappen scheelt dat slechts 25 miljoen euro op jaar basis. Maak daar maar minstens 250 miljoen van, want ook dit rekenwerk is op eigenbelang gebaseerd. Ergo : weg met de zelfstandige waterschappen. Dit is dus mijn stem over het waterschap.

maandag 16 maart 2015

Ambtelijke mierenneukers

dankzij mierenneukers?
De rechtbank in Lelystad heeft weer eens recht gesproken wat krom is. Een meneer uit Ankeveen trof in zijn auto nog wat oude post aan. Omdat hij onderweg was gooide hij de papieren rompslomp maar in een openbare vuilcontainer. Een ijverige milieudienaar trof het afval aan en nam contact op met de geadresseerde. Meneer bekende eerlijk en vlot zijn daad omwille van een schoon milieu en dito auto. Hij kreeg een boete van 140 euro, omdat de openbare vuilcontainers louter bestemd zijn voor zwerfvuil, zo sprak de ambtenaar.
De milieu vriendelijke meneer vocht zijn boete aan bij de rechtbank in Lelystad.
De rechter had meer begrip voor meneer en sprak een Salomons oordeel uit : de boete werd gehalveerd. Maar als meneer nogmaals betrapt zou worden, dan ...... Aan deze zware overtreding is nogal wat belastinggeld besteed. Daar staat dan 70 euro aan inkomsten tegenover.
Al eerder hoorde ik van een dergelijk voorval. Toen was het iemand die een lege spuitbus van de straat oppakte en in zo'n container deponeerde. De spuitbus hoorde tot het huishoudelijk afval beweerde een milieuambtenaar toen. Ook toen werd een boete uitgedeeld. Eerlijk gezegd vind ik het in deze gevallen ambtelijke mierenneukers. En dan heb ik het niet eens over de kosten (belastinggeld) die daarmee gemoeid zijn. Ik zou bijna zeggen : "Meneer had beter kunnen liegen, dat had hem en de belastingbetaler heel wat geld bespaard."
Ik begrijp best waarvoor de regel bedoeld is. In Lelystad Haven trof ik soms ook bedrijfsafval in de containers aan. Er zijn inderdaad ook mensen die een zak(je) huishoudelijk afval in zo'n container proppen.  Die mensen mogen ze wat mij betreft bekeuren. Maar in dit soort gevallen vind ik de handhavers en de medewerkers van Justitie typisch ambtelijke mierenneukers. Een schoon milieu weegt bij mij zwaarder.

Gebakken sponzen

De laatste tijd is veel te doen over mensen die gebakken sponzen rondstrooien, omdat ze tegen honden zijn.
Als hondeigenaar moet ik toegeven, dat het soms de spuigaten uitloopt. Veel hondenpoep wordt niet opgeruimd. Veel honden lopen los, terwijl de eigenaar ze niet onder appel heeft. Om maar te zwijgen over nauwelijks gesocialiseerde honden. Ze vallen uit naar andere honden en soms ook mensen. Dat alles roept bij anderen een grote afkeer op. Vooral omdat de handhaving te vaak te wensen over laat. En tja, onder de mensen die zich daaraan terecht ergeren zijn er die extreem reageren.
Zo is afgelopen weekend iemand in Lelystad mishandeld door nota bene een andere hondenbezitter. De dader had zijn hond niet aangelijnd. Een passerende vrouw met twee aangelijnde honden werd door de loslopende hond lastiggevallen of aangevallen. Toen ze de loslopende hond wilde wegjagen, werd ze door diens eigenaar tegen de grond gewerkt. Ruim een week eerder is iemand die de hond uitliet door een stel mishandeld.
Weer iemand anders ondernam een gerichte actie. Hij /zij heeft een gebakken spons in de tuin van een hondenbezitter gegooid. Dus dat dodelijke spul kan zelfs in je eigen tuin liggen. Als een hond een gebakken spons opeet, zet de spons zich in de maag uit. De hond kan zodoende een zeer pijnlijke dood sterven.
Hier in de omgeving valt het allemaal nog mee. Het enige waar ik me zorgen over maak, is dat veel hondenbezitters de poep niet opruimen. Niet alleen jammer voor de medemens en de welwillende hondenbezitter, maar ook voor de gemeente die de nodige voorzieningen heeft getroffen om overlast van hondenpoep te voorkomen. En nu maar blijven hopen, dat het bij ergernis blijft.